Stephanie van Menzel

‘In mijn vriezer ligt een zakje met muizen’

Stephanie van Menzel-Gabriels (35 jaar) houdt van dieren, maar vooral reptielen hebben haar hart gestolen. Samen met Paul, Jesper (9) en Rowen (6), een rattenslang, guppen en 7 roodwangen geelwangschildpadden woont ze aan de Stellingmolen. Ze is opgegroeid in Veghel waar de liefde voor reptielen begon.

“Ik ben allergisch voor dieren met haren dus we hadden thuis vissen en schildpadden. Veel meer kon niet of je moest een naakthond of een naaktkat nemen, maar dat zagen mijn ouders niet zitten,” vertelt Stephanie. “In mijn puberteit kwam er een vriendengroep en verschillende van die vrienden hadden leguanen, hagedissen of slangen. In die tijd is mijn interesse voor reptielen ontstaan. Toch net wat anders dan een vis of een schildpad. Mijn moeder vond een slang in huis geen goed plan. Een slang eet muizen en mijn moeder is als de dood voor muizen. Dus een slang kwam er bij ons thuis niet in. Maar zodra ik met Paul ging samenwonen, zei ik hem dat er een reptiel moest komen. Dus gingen we 10 jaar geleden samen slangen kopen. Paul vond het gelukkig allemaal prima,” lacht Stephanie.

RATTENSLANG

“Nu heb ik nog 1 slang in huis. Een rattenslang, een wurgslang, maar wel de makste slang onder de slangen. Ik heb een speciaal vakje in de vriezer met dode muizen. Een slang houden is makkelijk. Op de bodem van de bak ligt boomschors. Een slang poept vrij vloeibaar, dat klontert samen en je hoeft alleen dat hoopje eruit te halen. That’s it. Ik ververs wel iedere half jaar al het hout. De luchtvochtigheid moet hoog zijn. Zeker als de slang vervelt. Mijn slang krijgt iedere 2 weken een muis. Ik geef hem wel iedere dag water. Reptielen kunnen 80 jaar oud worden. Mijn eerste schildpad die doodging heb ik opgezet. Onze Vetklep, zo heette hij. Hij kwam altijd naar de kant om uit mijn hand te eten. Vetklep had ik van jongs af aan en hij was 25 jaar met mij samen.

REPTIELENKAMER

Er is wel een verlanglijstje hoor. Paul zegt wel eens dat we beter in een reptielenhuis kunnen gaan wonen. Dat is gemakkelijker dan alles thuis aanschaffen. Ik wil graag een teju en een groene leguaan. Het is jammer dat je die niet zindelijk kunt krijgen, dan kunnen ze los lopen. Een teju is te groot voor een bak. Als mijn jongens ooit het huis uit gaan, wil ik een reptielenkamer met klimmogelijkheden voor de leguaan, maar daar ga ik mezelf eerst in verdiepen. Of ik Paul zo ver krijg, betwijfel ik. Dan sluit Stephanie af: “Mijn allergrootste droom is een dier met haren. Als ik mijn allergie heb overwonnen komt er een Ierse Wolfshond of een Deense dog.”

Tekst: Neeltje Pennings. Foto: Maddelon Dekkers.