Bart van Krieken
‘Eigenlijk doen de schapen het grotendeels zelf’
Al vanaf 2006 runt Bart van Krieken samen met zijn broer Jacky de boerderij aan de Dorpstraat 16. “Mijn opa is hier al geboren, in 1898. Na hem nam mijn vader de boerderij over. En nu doen Jacky en ik het samen. We zijn begonnen als gemengd veebedrijf: we hadden varkens, stieren en schapen, net als mijn opa en mijn vader. Nu hebben we alleen nog 400 fokschapen. Nu staan ze in de stal, omdat het lammertijd is. Er zijn al wat lammetjes geboren, maar de meeste moeten nog komen. We verwachten dat we straks 700 lammetjes hebben. De meeste lammetjes worden verkocht. Aan slachterijen voor vlees, maar ook aan andere boeren of mensen die schapen houden als hobby. Het gebeurt wel dat we de schapen van hobbyisten aan het einde van het seizoen weer terug krijgen, want een schaap is toch iets anders dan een lammetje.”
Schapen scheren
In mei gaan de schapen weer naar buiten. “We hebben twintig hectare grasland in de buurt voor de schapen. Dat is dan verdeeld over verschillende weides in de buurt, onder andere in Vorstenbosch, Berlicum en Heeswijk- Dinther. Als de schapen in de wei staan, ga ik er regelmatig naartoe om te controleren of alles nog goed gaat, maar eigenlijk doen de schapen het grotendeels zelf. Vanaf april ben ik zelf heel druk met schapen scheren. Dat doe ik zeg maar van Boxmeer tot Schiedam. Ik heb dan zeven tot acht adressen per dag waar ik naartoe ga. Dan kom je op heel veel verschillende plaatsen. Het boerenbedrijf is me met de paplepel ingegoten. Als klein manneke hielp ik mijn vader al mee. Toen ik 7 of 8 was, hielp ik al bij het lammeren. Toen ik een jaar of vijftien was, zat ik in Den Bosch op school. Ik reed met mijn vader mee, als hij zijn schapen naar de Bossche markt bracht. Ik hielp hem daar dan en als ik klaar was, reed ik op de fiets door naar school. Die markt in Den Bosch was toen nog fysiek.
Menselijk contact
Handelaren kwamen kijken naar de schapen die je had. Dat bracht altijd wel een beetje spanning met zich mee. Hoeveel interesse hebben ze? Hoeveel kan ik dan vragen? Als het niet helemaal goed ging dan kon het zijn dat je niet zo’n goede dag draaide. Het was dus belangrijk om de mensen zo goed mogelijk te lezen. Ik vond dat heel leuk. Tegenwoordig is het anders: het menselijke contact is er een beetje vanaf. Je spreekt nog wel mensen, wanneer je in schapen handelt, maar je levert eigenlijk gewoon een aantal schapen voor een afgesproken prijs.” Naast de drukte voor de boerderij heeft Bart niet zoveel tijd voor hobby’s. “Ik hou er wel van om naar festivals te gaan. Ik ga ieder jaar naar Paaspop, Pinkpop en Rock Werchter. Ik ben ook al een aantal keer op het Sziget festival geweest en ik ga ook heel vaak naar Roskilde in Denemarken. Vroeger ging ik met een aantal vrienden naar al die festivals. Maar tijdens die festivals leer je weer nieuwe mensen kennen. Dat worden dan ook weer vrienden die je ieder jaar terugziet.”
Promotiefilmpjes
Høken en Hakselen werd vorig jaar op het terrein van Barts boerderij gehouden. “Høken en Hakselen is een heel mooi festival. En lekker dichtbij, natuurlijk. Het is niet helemaal mijn muziek, maar het is wel heel gezellig. Vorig jaar werd het bij ons op het terrein gehouden. Maar het was zo nat en zo vochtig allemaal. Aan het einde van het festival waren we twee rijplaten kwijt. Die waren zo ver in de grond verzakt dat we ze pas maanden later terugvonden.” Bart speelt ook de hoofdrol in promotiefilmpjes voor Høken en hakselen. “Ze zochten een echte boer, die er ook authentiek uit zag. Blijkbaar was ik dat. Het is wel lachen om te doen. Ze komen dan met een hele professionele filmcrew. Vaak moet een scène weer opnieuw gespeeld worden. Totdat het er helemaal tiptop uit ziet. De eerste keer zijn we vijf uur bezig geweest.”
“TEGENWOORDIG IS HET ANDERS: HET MENSELIJK CONTACT IS ER EEN BEETJE VANAF”
Opbouwen en afbreken
Daarnaast is Bart ook actief voor de Boerenbond. De boerenbond organiseert jaarlijks een barbecue voor de leden en staat ook klaar met kleine gebaren als leden ziek zijn. Ook organiseert de Boerenbond een uitstapje voor de leden en als meest zichtbare, organiseren ze Trekkertrek. “Daarvoor regelen we dat er vrijwilligers zijn die dag en dat ze weten wat ze moeten doen en ik help met het opbouwen en afbreken van alles. Wij kunnen als boeren alles zelf omdat we al het materiaal hebben. Daardoor kunnen we de kosten laag houden. Op de dag zelf sta ik standby: waar ze me nodig hebben, spring ik bij. Soms doe ik op zo’n dag de kassa. Dat is heel leuk, want je ziet iedereen, maar van het evenement zelf zie je dan eigenlijk niets.”
Reden om te stoppen
Bart droomt ervan om ooit een keer naar Australië te gaan. “Dat is toch hét schapenland bij uitstek. Hier in Nederland zijn er steeds minder schapenboeren in de buurt. Dat heeft met verschillende dingen te maken: blauwtong, steeds grotere regelgeving en natuurlijk de wolf. Dat is hier in Brabant nog geen probleem, maar in andere streken in Nederland is dat wel een reden voor schapenboeren om te stoppen. Het is natuurlijk niet leuk als je iedere ochtend een dood schaap vindt. Onze schapen worden daardoor gewilder, maar ik vind het wel heel jammer dat het schapenhouden minder wordt.”
Tekst: Eva Repkes | Foto: Maddelon Dekkers