Mieke de Wit
‘Je moet niet blijven hangen in wat niet kan, maar doen wat nog wel kan’
Ze is wat later want de game moest nog afgemaakt worden – en die is gewonnen. Ze komt uit Heeswijk gefietst want daar tennist ze al jaren twee keer per week. Ik zit samen met man Jan op haar te wachten in hun nieuwe huis aan de Dorpsstraat. Ik heb afgesproken met Mieke de Wit (70) of Mieke Quirijns zoals velen haar ook zullen kennen. Ze woont al haar hele leven op deze plek maar toch al in drie verschillende woningen. Eerst in de boerderij bij haar ouders, waar ze een huis naast bouwden om te gaan wonen na haar huwelijk. Nu wonen ze schuin achter het huis van dochter Marieke en zoon Bas, omdat ze ‘plaats’ hebben gemaakt voor zoon Jaap, die weer in het ouderlijk huis woont.
GEBOORTEGROND
Tijdens ons ommetje vertelt Mieke dat ze de eerste periode van haar huwelijk met Jan thuisbleef voor de kinderen. Ze hebben er drie, Marieke, Bas en Jaap en die wonen allemaal nog steeds daar op hun geboortegrond. Ondertussen zijn er ook zeven kleinkinderen, allemaal meisjes op een jongetje na. En daar wordt op gepast. “We lopen makkelijk bij elkaar binnen en dat is fijn, zeker nu duidelijk is dat Jan Parkinson heeft en hij steeds meer achteruitgaat.” Vroeger niet, toen was Jan veel weg en moest er iemand thuis zijn en dat was Mieke. “Ik ging wel de disco schoonmaken bij Lunenburg en ik hielp ook op school maar verder hield ik het huishouden draaiende.” Na haar veertigste ging ze werken bij Laverhof als zorghulp in de huishoudelijke dienst. “Dat heb ik ruim 21 jaar gedaan en het was een fijne tijd. Net voordat ik zou stoppen, kregen Jan en ik een ongeluk met de fiets en het duurde een flinke tijd voordat ik hersteld was. Iedereen dacht dat ik niet meer terug zou gaan naar Laverhof, maar ik heb het daar zo naar mijn zin gehad dat ik het ook goed wilde afsluiten en dat is gelukt.”
EEN FRISSE WIND
Mieke en Jan zijn er altijd op uitgetrokken. Eerst trokken ze er met het gezin op uit en stonden ze met een grote groep vrienden op de camping in Limburg. Later gingen ze met z’n tweeën. “We hebben door heel Europa gefietst. Jan koos dan een plekje op een camping uit en vandaaruit verkenden we de omgeving. Ik denk dat we wel zo’n 5000 kilometer per jaar maakten. Dat waren mooie tijden en ik ben blij dat we dit hebben gedaan. Je moet het niet uitstellen want dat is zunde!” Nu, na haar pensioen, is ze gevraagd voor het bestuur van de KBO. “Ze hadden me al eerder benaderd maar toen heb ik het nog afgehouden. Ik had gezegd dat ik het wel wilde doen na mijn pensioen, want Ik vind het belangrijk dat iemand het oppakt maar het valt niet mee. Niemand wil in het bestuur en ik denk dat er ook zeker iets moet gebeuren binnen deze club. Er moet iets veranderen want er sluiten geen nieuwe leden aan. Een frisse wind moet erdoorheen maar ja wie gaat dat doen? Eigenlijk kan iedereen lid worden na hun 55ste maar ja, wie doet dat nog?”
KLEINKINDEREN
Mieke heeft ook jaren in het korfbalbestuur gezeten en is maar wat trots dat haar dochter dit nu doet. “Ik was altijd druk met dat korfballen, als er weer eens iets geregeld moest worden of iemand viel uit dan pakte ik dat op. Hier thuis werden ze er weleens ‘ziek’ van. Maar ik heb het altijd met veel plezier gedaan!” Maandag is haar oppasdag, maar inmiddels staan ze vaker op stand-by omdat de oudste kleinkinderen al zover zijn dat ze zelf kunnen oppassen en zijn ze minder nodig. “Toch zorgen we nog steeds voor elkaar en kijken we naar elkaar om en helpen we waar dat nodig is.” Twee keer per dag maakt ze een wandeling met de hond.” Nou ja, de hond wandelt met mij! En we gaan naar de korfbal- en voetbalwedstrijden kijken van de (klein) kinderen. En het lukt ook nog steeds om samen een stukje te gaan fietsen dus dat is heel fijn.” En zo gaan ze er samen nog steeds op uit. “Je moet niet blijven hangen in wat niet kan, maar doen wat nog wel kan,” besluit Mieke.
Tekst: Willemien Manders | Foto: Wim Roefs