hoefsmid

Marcel van Roessel

‘Vroeger had je paardenmensen, nu mensen met paarden’

Loosbroek mag dan bekend staan als een klein dorp, waar niet alle voorzieningen te vinden zijn waar je als mens behoefte aan kan hebben, voor onze voeten kunnen we bij lokale pedicures goed terecht! En laat dit nu ook gelden voor de edele hoefdieren in het dorp en ver daarbuiten: de vele paarden, pony’s en ezels die in onze weides, stallen en tuinen huizen, kunnen rekenen op een uitstekende verzorging van hun hoeven door Marcel van Roessel, gediplomeerd Hoefsmid Specialist en Hoefsmid Instructeur. Marcel van Roessel (51) woont sinds 1999 op de Voordonkseweg 1 met zijn vrouw Romana, dochter Romy, een eigenwijze teckel, een brave Duitse Dog en eigen paarden, waar hij wedstrijden en het liefst in de bossen mee rijdt. Marcel is geboren op de Zandkant en heeft na zijn lagere schooltijd de LTS bezocht, gevolgd door de KMBO, de streekschool en uiteindelijk de hoefsmidopleiding. Hij vertelt: “Ik wist al vroeg dat dat het werk ging worden waar ik mij in wilde bekwamen en ondanks tegenwerpingen van mijn vader, die vond dat ik beter een echt beroep kon kiezen, heb ik volgehouden en sinds 1995 ben ik werkzaam als gediplomeerd hoefsmid.”

Paarden kunnen lezen

In tegenstelling tot in de ons omliggende landen, is hoefsmid in Nederland geen beschermd, maar een vrij beroep, wat wil zeggen dat iedereen zich in feite hoefsmid mag noemen. Marcel: “Dat is eigenlijk wel jammer want het vergt wel degelijk veel kennis, training en ervaring en verdient ook het respect van een beschermd beroep. Toch wordt er niet veel gebeund, hoewel er jongens zijn die wel aan de opleiding beginnen maar het niet af maken, omdat dat papiertje niet nodig is om aan de slag te gaan. Maar uiteindelijk filteren de klanten de kwaliteit er toch wel uit en kom je niet ver als je het vak niet goed beheerst.” Marcel is opgegroeid met pony’s thuis en dat is volgens hem een heel groot voordeel. Hij maakt een onderscheid: “Er zijn twee soorten hoefsmeden, namelijk mensen die graag met paarden werken en van daaruit hoefsmid zijn geworden en je hebt een groep die van smeden houdt, maar ja, sierhekwerk maken brengt te weinig op en dan zijn ze van daaruit hoefsmid geworden. Die laatsten hebben het onderweg een stuk lastiger: zij kunnen de paarden niet ‘lezen’.”

Kappen en bijsnijden

Er is werk genoeg en Marcel kan zijn werkdagen zo lang maken als hij wil. Hij gaat meestal naar de mensen toe en heeft geen voorkeur voor bepaalde (wedstrijd)paarden maar vindt een diverse klantenkring het leukste, als er maar hoeven onder zitten! Voor een buitenstaander ziet de hoefbehandeling er best heftig uit, maar volgens Marcel zijn de meeste paarden er rustig onder: “Als het goed is worden ze als veulen al vroeg getraind om hun benen op te tillen en handelingen te ondergaan, zodat ze dat gewend zijn als ik mijn werk kom doen en dat is dan meestal vanaf de leeftijd van 3 jaar.” Het werk van een hoefsmid is tweeledig. Marcel: “De basis vormt het bekappen, het bijsnijden van de hoeven, zodat verkeerde belasting voorkomen wordt. Daarnaast kan een paard hoefijzers aangemeten krijgen afhankelijk van de omstandigheden en het gebruik van het paard ter bescherming (bij veel in een stapmolen of op de weg lopen), ter correctie (medisch) of ter beïnvloeding van de beweging. Tegenwoordig is de trend om minder hoefijzers aan te brengen, omdat de soorten ondergrond waar de paarden tegenwoordig op lopen veel mooier, gladder en met de juiste vochtigheidsgraad zijn waardoor ijzers niet meer noodzakelijk zijn. Er wordt ook minder op gras gelopen waardoor de ijzers met de noppen, de voetbalschoenen dus, niet meer gebruikt hoeven worden.”

Theoretische kennis

Marcel heeft een vaste klantenkring waar hij regelmatig komt en ook echt een band mee opbouwt, een van de charmes van zijn beroep. In Nederland komt de hoefsmid gemiddeld om de 8-15 weken, afhankelijk van het al of niet benodigde, soms speciale, beslag. Het is fysiek zwaar werk, maar dit gezegd hebbende stipt Marcel ook het mentale aspect aan: “De klanten worden tegenwoordig steeds veeleisender, vragen het uiterste van mijn beschikbaarheid en dienstverlening en willen ook dat mijn theoretische kennis up-to-date is, ik kan niets meer vertellen of het wordt direct gegoogeld en gecheckt! Het zijn andere tijden: vroeger had je vooral paardenmensen, nu steeds meer mensen met paarden. Soms is er veel geïnvesteerd en dan is het al niet acceptabel als een dier na behandeling een paar dagen wat minder fijn door de bocht kan, maar tja: het blijft handwerk natuurlijk. Nieuwe technieken zoals scans en röntgenfoto’s worden ook steeds meer toegepast en zo kunnen de kleinste afwijkingen tot in detail zichtbaar gemaakt worden, waardoor de hoefsmid in samenwerking met de dierenarts nog preciezer kan corrigeren en bijsturen. Het is en blijft een prachtig vak en het is jammer dat er niet veel stagiaires meer staan te trappelen.” Marcel lacht: “Iedere maand als op maandag om 12 uur de sirene klinkt, vraag ik mezelf af of ik het nog leuk vind en of ik het, als ik opnieuw moest beginnen weer zou doen! Tot nu toe is het antwoord nog tweemaal ja, en ik heb net een nieuwe bus, dus voorlopig ga ik nog even door!”

Tekst: Mieke Bossers | Foto: Wim Roefs