historie

Ed Wonders

De geschiedenis van Loosbroek

Ed Wonders woont al een halve eeuw aan de Schaapsdijk. Inmiddels gepensioneerd maakte hij een aantal jaren terug kennis met Heemkundekring de Wojstap in Heeswijk-Dinther, waar zij juist waren opgestart met het digitaliseren van alle kadastrale informatie vanaf 1832 voor de HGB (Historische Geografie Brabant). Het doel van deze samenwerking in vele gemeenten is om heel Brabant digitaal in kaart te brengen en voor ieder toegankelijk te maken voor historisch onderzoek. Voor Dorus brengt Ed de geschiedenis van ons dorp in woord en beeld.

Het gehucht Loosbroek bestaat minstens 800 jaar, het moet echter al langer bestaan hebben want in het jaar 1196 komt de eerste vermelding voor. In de charters van het land van Ravenstein is dan sprake van een schenking van enige goederen aan de abdij van Berne door een zekere Albertus van Dinther en Albericus van Heeswijk. Omstreeks 1200 werd Loësbruc en ook Losebruc geschreven maar in geschriften uit 1352 en 1384 komt de naam als Loosbroek voor.

Vanaf deze periode is de vierdeling ontstaan van Loosbroek zoals deze in bijgaande kaart te zien is waarbij onze woonkern tot de parochiekerk ofwel heerlijkheid Dinther toebedeeld wordt. In 1378 wordt in een oorkonde van Jan van Berlaer vermeld dat ‘de gemeynt Dynther’ waaronder Loosbroek, grensde aan die van “Heeswijck, Hees en Nysterle”.

Op de kaart is Loosbroek een aantrekkelijk middelpunt met veel bos, wei- en bouwland (geel, licht- en donkergroen) dat voor driekwart omgeven is met heide (roze). Tevens lagen wij langs een begaanbare leger- en handelsroute vanuit ‘s-Hertogenbosch via de destijds zogenaamde ‘baan van Berlicum naar Nistelrode’ (de huidige Heibloemsedijk) door naar Schaijk en Grave of vanaf Loosbroek over De Groote Heide naar de Rakt / Uden / Zeeland en verder naar Cuijk en Nijmegen. Dit hadden handelaren, bestuurders van steden en dorpen, geestelijke instellingen en bezitters van burchten en kastelen ook goed in de gaten. Die moesten voorzien worden van voedsel en brandhout vanuit het buitengebied, daarvoor werden in Loosbroek reeds vanaf de 14e en 15e eeuw grote Hoeven gerealiseerd met pachters en lokale arbeiders. Het boerenbedrijf was de kurk waarop de samenleving dreef, de stedelingen waren geheel afhankelijk van de oogst van de boeren.

Tot aan het midden van de 20e eeuw waren hier enkel zandwegen. De route liep over de hoge delen van dit gebied, een zandrug lopend van oost naar west die geen rivier zoals de Leijgraaf of de Aa doorkruist. Tussen begin augustus en half september 1794 bivakkeerden Oranjegezinde Engelse troepen op deze heide tussen Uden en Dinther om een verdedigingslijn boven de Aa te betrekken tegen de opkomende Franse troepen en later om ’s-Hertogenbosch en Brabant daarvan te bevrijden. Voor de lokale bevolking een zware tijd daar de manschappen voorzien moesten worden van eten en drinken, paarden, kleding, etc.

In 1808 werd in Frankrijk via een decreet besloten tot het opzetten van een perceelsgewijs kadaster en omdat die invloeden ook in het bezette Nederland merkbaar waren, probeerde men in 1811 tot een meer evenwichtige belastingdruk te komen. De opmeting en schatting die hieruit voortkwam, werd het Hollandse Kadaster genoemd. Pas in 1825, na het vertrek van de Fransen, werd het daadwerkelijk hervat en uitgevoerd. Bij wet van 1832 werd bepaald dat met ingang van 1 oktober het kadaster voor de grondbelasting werd ingevoerd. In 1827 was het Jonkheer Cornelis Speelman, burgemeester van Dinther en bewoner van kasteel Heeswijk, die het initiatief nam voor het bepalen en vastleggen van de gemeentegrenzen. Ook werden de gemeenten toen belast met het ontginnen van de ‘woeste gronden’ om dit ‘renteloze kapitaal’, zoals ook de velen heidegebieden in onze regio, naar cultuurland te brengen. Echter gebrek aan mest en de eigendomssituatie vormden een hinderpaal. De komst van kunstmest, de veranderde economie en laatste verdeling van eigendom in 1886 bracht daarin verbetering. De ontginningen geschiedden met de hand, pas vanaf begin 1900 werd de heide in werkverschaffing ontgonnen met dierlijke trekkracht in de vorm van ossen en later ook paarden.

In de volgende Dorus lees je meer over de geschiedenis van Loosbroek.

Bronnen: uitgegeven Kronieken en Beeldbank Heemkundekring de Wojstap Heeswijk-Dinther; Historische Geografie Brabant – HGB bewoning en geschiedenis; het Brabant Historisch Informatie Center – BHIC te Den Bosch. De uitgegeven boeken: Dinther Heeswijk Loosbroek van Elle Klop; Ziehier wij verkopen 77 kasteelhoeven van Rien en Florian de Visser; Sprekend Loosbroek uitgegeven door de parochievergadering en werkgroep 100 jaar Loosbroek.

Wil je meehelpen om het dorp in kaart brengen? Meld je dan bij Heemkundekring de Wojstap!