actief

Martien van Boxmeer

‘Het gaat niet om die zondag alleen, maar vooral om wat je alle dagen van de week voor elkaar over hebt’

Martien van Boxmeer (69) woont met zijn vrouw Toos op de Krommedelseweg. Hij is al geruime tijd met (pre)pensioen, nadat hij maar liefst 41 jaar met hart en ziel werkzaam was op de Theresiaschool in Berlicum, eerst voor de klas en later als Intern Begeleider ofwel zorgcoördinator voor leer- en gedragsproblematiek. Je kunt hem vaak en veel zien fietsen tot in de wijde omtrek, maar wie denkt dat hij niet veel meer doet, vergist zich danig. Want Martien is druk, erg druk, dat mag gezegd worden. Niet alleen verzamelt en ordent hij sinds 1982 alle nieuwtjes over Loosbroek uit de kranten en tijdschriften, Toos en hij zijn ook al 18 jaar lid van ‘Vrienden op de Fiets’ waarbij men tijdens fietsvakanties dankbaar gebruik maakt van elkaars gastvrijheid. Er zijn echter twee thema’s die Martiens leven nog meer bepalen en waarmee hij grote bekendheid in ons dorp geniet: zingen en, onlosmakelijk daarmee verbonden, de kerk. Martien: “Zoals ik, geboren op een boerderij in Zijtaart, mijn hele leven al een echt buitenmens ben, zo zing ik ook al van kinds af aan. Samen met mijn vriendje onderweg van en naar de lagere school, zongen wij de liedjes die we daar leerden.” Als tiener sluit de enthousiaste zanger Martien zich aan bij het jongerenkoor en al op zijn 17e werd hij lid van het kerkkoor in Zijtaart waar hij 11 jaar behalve als lid ook als secretaris actief betrokken bleef tot aan zijn huwelijk in 1982 met zijn Toos uit het West-Brabantse Zegge.

SNEL INBURGEREN

Eenmaal in Loosbroek werd het zingen voortgezet en de prachtige St. Antoniuskerk zijn tweede thuis. Martien: “We wilden ons hier snel inburgeren, dus werd ik direct lid van Gemengd Koor Symphonia. Toen dat ter ziele ging, hebben we met een aantal gelijkgestemden in 1998 Servanto opgericht. We zijn letterlijk huis-aan-huis gegaan en hebben de mensen persoonlijk uitgenodigd om te komen zingen. De meeste mensen die we vroegen, wilden graag zingen maar stelden wel als voorwaarde dat het niet alleen in de kerk zou zijn, maar ook daarbuiten. Met die belofte kregen we maar liefst 48 leden bij elkaar.” Een dirigent was al benaderd voordat er leden waren gevonden: Peter van Raak en behalve kerkmuziek zong en zingt Servanto, nu 22 leden, vanaf het begin ook andere wereldlijke genres. Leden van het Loosbroeks gemengd kerkkoor kwamen gestaag op leeftijd en om te zorgen voor continuering van de zang voor de kerk richtte Martien in 2011 o.a. met leden van het parochiebestuur nog een ander koor op: Simul Canto, zodat Loosbroek over maar liefst 3 koren beschikt om de vieringen in de kerk op te luisteren. Martien straalt: “En dat voor zo’n klein dorp!” De hele woensdagavond kan Martien zijn hart en stem ophalen tijdens de repetities en alsof dat nog niet voldoende is: “Ik zing vanaf januari voor de vierde maal mee in een projectkoor dat toewerkt naar een passieconcert rond Pasen. Dit jaar de Lucas passie van Huub Oosterhuis.”

CATECHESE AVONDEN

Behalve door het zingen werd Martien ook al jong gegrepen door wat zijn tweede grote passie is: de kerk. Hij vertelt: “Als zevenjarige jongen werd ik misdienaar bij de zusters Franciscanessen en wij boften wel, want de zusters hadden meer geld dan de gemiddelde parochie. Ons jaarlijkse uitstapje was dus niet, zoals meestal het geval was, naar de plaatselijke speeltuin, maar naar Rotterdam of Amsterdam, waar wij als boerenkinderen normaliter nooit kwamen.” Martien groeide door naar Acoliet (volwassen misdienaar) en zijn belangstelling voor het pastorale werk nam verder toe: “In mijn studententijd volgde ik in Veghel al catechese avonden en eenmaal in Loosbroek was ik erg gecharmeerd van de mooie preken en vooruitstrevende inslag van wijlen pastoor Lunter. Hij voorzag al dat er steeds minder priesters zouden zijn en dat het werk in de kerk meer door ons leken moest worden overgenomen.” Zo werd Martien, na diverse cursussen, voorganger bij de avondwaken, woord-, gebeds- en communievieringen en hij neemt zijn taken serieus: “Ik vertegenwoordig Loosbroek in de pastoraatsgroep van de gefuseerde Augustinusparochie waar ook Heeswijk- Dinther, Berlicum en Middelrode toebehoren en ik richt mij vooral op de liturgie en stel met de pastores het rooster van de vieringen samen. Maar ook voor de catechese ben ik actief: we hebben voor Loosbroek in het verleden zelfs een communieproject geschreven.”

GESPREKSMIDDAGEN

Echtgenote Toos vraagt weleens of Martien bij haar in de kerkbank zal zitten, maar in zijn rol als koorzanger, lector, acoliet of voorganger is dat eerder uitzondering dan regel. Ook de oecumene draagt Martien een warm hart toe: “Maandelijks drink ik koffie en neem ik deel aan gespreksmiddagen met de protestantse geloofsgenoten in Dinther. Die verbinding doet mij goed en moet er ook zijn vind ik.” Wat drijft Martien van Boxmeer en maakt dat hij zo betrokken is en blijft? “Het belangrijkste vind ik het sociale aspect van de kerk, de zorg voor de medemens: je doet het niet alleen, maar samen. Het gaat niet om die zondag alleen, maar vooral om wat je alle dagen van de week voor elkaar over hebt.” De woorden van bisschop Gaillot : “Als een kerk niet dient, dient zij tot niets” zijn hem uit het hart gegrepen.

Tekst: Mieke Bossers | Foto: Wim Roefs