de Grootste

Ludo Roefs

‘Mijn lengte komt me goed van pas’

Ludo Roefs (29) woont aan de Krommedelseweg. De geboren en getogen Loosbroekenaar is met 2 meter en 4 centimeter de grootste inwoner van ons dorp. “Ik weet het niet zeker, toen ik het moest meten voor mijn paspoort was de meetstok niet lang genoeg, maar zoiets moet ‘t zijn. Lastig? Ik loop weleens ergens tegenaan, maar heb er vooral voordelen van.”

FESTIVALLETJE

De vrijgezelle reus heeft zijn huis keurig aan kant, maar het singlebestaan laat overduidelijk sporen na. De DORUS ligt vanaf het eerste nummer op een stapeltje in een glazen kastje. Aan de kapstok in de woonkamer hangt nog een Bosch’ carnavalsjasje inclusief rood-wit-gele das. Aan de muur een rek met alle soorten flessen wijn, de wodka binnen handbereik naast de bank. “Ik heb graag wat lekkers in huis voor het geval ik bezoek krijg, dat past bij mij,” verontschuldigt hij zich. Toch is hij zeker geen feestbeest. “Ik pik af en toe een festivalletje mee, maar ga liever chillen bij vrienden. Uitgaan is erg duur tegenwoordig. Doordeweeks ga ik sowieso niet uit. Ik train een avond in de week bij WHV waar ik sinds mijn jeugd voetbal. Daarnaast zwem ik drie tot vier keer per week in het zwembad in Veghel. Rond 21.30 uur ga ik naar bed omdat ik vroeg op moet. Ik vertrek elke dag om 6.30 uur naar mijn werk in Uden. Daar werk ik in een magazijn bij een groothandel in plantenbakken en buitenkachels. Mijn lengte komt daar goed van pas, omdat ik sterk ben en spullen hoog kan wegzetten. Ook bij het zwemmen is mijn lengte een voordeel, met grote slagen ben ik sneller weg. Als voetballer ben ik niet zo snel, maar omdat ik tweebenig ben, kan ik kan toch goed mee.”

VRIENDINNETJE

Het leven ging niet altijd even soepel aan hem voorbij. Op de lagere school scheurde hij na een botsing bijna zijn hele lip eraf, iets wat nog steeds onder zijn snorretje te zien is. Op de middelbare school raakte hij bij een scooterongeluk ernstiger gewond. “Ik klapte vol op een busje.” Een gescheurde milt, een schedelbasisfractuur en een gebroken arm hielden hem ruim een maand in het ziekenhuis. De tegenslagen hadden geen invloed op zijn vrolijke gemoed. “Ik heb een leuk leven, woon fijn, en heb een mooie vriendengroep. Maar een vriendinnetje zou leuk zijn, daar ben ik wel aan toe. Als ik bij vrienden ben die wel een vriendin hebben, zie ik toch een andere, gezelligere sfeer. Hier zit ik toch maar alleen in een groot huis. Beetje Netflixen of spelen op m’n Playstation. Elke dag kook ik voor mezelf, maar dat eet ik ook alleen op. Ik heb wel wat geprobeerd op Tinder, maar dat is toch niet mijn ding. Nog even afwachten dus. Op elke potje past een dekseltje toch? En ik ben niet zo veeleisend, zolang ze maar niet groter is dan ik,” lacht hij.

Tekst: Mathieu Bosch. Foto: Wim Roefs.