De muzikant

Guus van Menzel

‘Op je eigen gevoel drummen is ‘t fijnst’

Guus van Menzel (11) heeft een drumstel met bekken en een trommel. “Gekregen als cadeau voor mijn Eerste Communie,” vertelt Guus. “Ik leerde eerst hoe ik de stokken vast moet houden en daarna het tellen van de ritmes,” legt hij uit. Guus speelt bij de Koninklijke Fanfare Sint Willibrord in Heeswijk. Daar krijgt hij, samen met zijn vriend Luuk van Schaijk, les van drumleraar Emiel. “Het allerleukste aan drummen is dat je je energie kwijt kunt. Vooral het losgaan en op je eigen gevoel drummen, dat is het fijnst.” Thuis aan de Krommedelseweg oefent Guus op zijn kamer met de raam en de deur dicht en doet hij zijn best om niet al te hard te spelen. Een voorkeur voor een bepaalde muziekstijl heeft hij niet. Als het maar een ritme heeft waar hij lekker mee kan drummen.

GA KIJKEN EN LUISTEREN

Guus repeteert drie keer per week, onder andere in de muziekschool bij gymnasium Bernrode. De bedoeling is dat hij elke dag minstens een kwartiertje thuis oefent. Elke dinsdagavond repeteert Guus met een hele groep op melodisch slagwerk. “Dat is hetzelfde als bij een piano maar dan met stokken,” legt hij uit. Zijn liefde voor het drummen is al vroeg begonnen. Toen hij veel jonger was, had hij een klein trommeltje en speelde daar vaak op. Verder luistert hij graag naar drumliedjes op de radio. Toen hij hoorde dat er drumlessen worden gegeven, is hij die gaan volgen. Zijn muzikale talent heeft hij van zijn moeder, zij speelde bugel bij de fanfare. Ook zus Noor die gitaar speelt heeft de muziekgenen. Voor iedereen die ook wil leren drummen heeft hij een tip: “Je kunt het beste eerst een proefles nemen bij de fanfare, en er zijn open dagen waar je kunt komen kijken en luisteren.”

VIJFHONDERDDERTIG HUIZEN

Guus houdt nog tijd over voor het rondbrengen van de DORUS. Hij is twee dagen bezig om langs alle vijfhonderddertig huizen in ons dorp te gaan. Dit vindt hij leuk omdat hij thuis niet zoveel heeft om te doen. “Ik vind het leuk om te doen, want je komt te weten waar mensen wonen. Heel veel mensen wist ik al te wonen en je leert mensen kennen. Je komt kinderen tegen die op de middelbare school zitten en mensen die ook krantjes rondbrengen,” merkt Guus op. “In de nieuwbouwwijk is het fijn om de DORUS rond te brengen omdat daar alle brievenbussen dicht bij elkaar zitten en heel veel huizen staan en dan kun je heel snel rondbrengen,” lacht Guus. Het minst leuk vindt hij de straten buiten de bebouwde kom. Guus krijgt nog hulp van zijn moeder die regelmatig met de auto rijdt om de DORUS rond te brengen, omdat het nog vroeg donker is. Maar de volgende keer moet ik het zelf op de fiets proberen,” aldus Guus.