De verbouwer

Mari Lunenburg

‘Als ze mij om m’n orre slaoan, dan sla ik terug’

Mari Lunenburg, ofwel Mari de Slachter, is getrouwd met Nelly en woont in de Jan Dobbelsteenstraat. Samen hebben ze drie kinderen en zijn ze de trotse opa en oma van zeven kleinkinderen. De bijnaam de Slachter komt van ver terug. “De vader van mijn opa en daar de broer van, die was vroeger slachter.”

RECHTVAARDIGHEID

Mari groeide op in buurtschap ’t Oort, na de basisschool ging hij naar de landbouwschool. “Ik had goede punten voor algebra, wiskunde en natuur- en scheikunde maar een 3,5 voor Nederlands. Ik ben zo dyslectisch als wat. Mijn tactiek was zo slordig mogelijk schrijven in de hoop dat leraren er zelf de goede letters van maakten.” Na de landbouwschool ging Mari thuis aan het werk op de boerderij. “Op mijn achttiende kocht ik een stuk grond van ons pap en bouwde zelf een boerenbedrijf op.” Helaas werd de boerderij in ’87 noodgedwongen verkocht. “Ik ben ervan overtuigd dat mijn varkens een zoutvergiftiging hebben opgelopen. De voerleverancier erkent dit, maar de verzekeraar en de bank deden heel moeilijk.” Mari spande een rechtszaak aan die tot op de dag van vandaag duurt. “Ik ben nog steeds overtuigd van mijn gelijk en wil rechtvaardigheid. Dat is voor mij het belangrijkste. Ik weet niet of ik er goed aan heb gedaan, zo’n rechtszaak kost veel geld. Ze hebben weleens geprobeerd te schikken, maar dat heb ik nooit aangenomen. Het is voor mij echt een principekwestie. Als ze mij om m’n orre slaan dan sla ik terug.” Wat Mari nog wel had na de verkoop was een stuk grond. “Ik besloot in de graszoden te gaan en tuinen te gaan aanleggen. Dat doe ik nog altijd en met veel plezier.”

KLUSMATERIALEN

Mari ontmoette Nelly op z’n 21e. “Nelly’s verkering raakte uit en ik wist; daar moet ik naartoe,” lacht Mari. “We hebben het goed samen. D’r is gin bittere,” stelt hij. Het koppel trouwde in ’79 en kreeg drie kinderen. Na de verkoop van de boerderij woonden ze een jaar in Heesch, daarna betrokken ze hun huidige woning. In 2008 kregen ze de kans het huurhuis te kopen en begon de verbouwing . “Ik doe écht alles zelf,” vertelt Mari trots, “We bouwden een schuur en daarna pakten we de hele bovenverdieping aan.” Op dit moment staat de woonkamer op z’n kop. “We hebben een stuk uitgebouwd en gaan alles opnieuw opbouwen en inrichten.” De voortuin dient als opslag voor de klusmaterialen. De buren staken er met carnaval de draak mee met de spreuk ‘Help, mijn buurman is klusser’. Daar kan Mari wel om lachen. “Ik woon hier keimooi. In een hartstikke leuk dorp, met allerlei mensen; goei en minder goei mensen. Maar die hedde overal,” stelt hij nuchter. Naast het klussen geniet Mari van de wekelijkse linedance avonden en vooral van zijn kinderen en zeven kleinkinderen. “Dat het hen goed gaat is het belangrijkste wat er is.”

Tekst: Cindy van Haaren. Foto: Wim Roefs.