dorpsgenoot

Toon van Pinxteren

“Ik was de negende, en ben als enige nog over…”.

Toon (Tontje) van Pinxteren (81) is geboren aan de Dorpsstraat, recht tegenover Uitgaanscentrum Lunenburg. Hij had een onbezorgde jeugd en sleutelde al vroeg aan brommers, motoren en auto’s. Monteur, dat was altijd zijn ding. Bij een autocross in Odiliapeel, waar Toon als specialist een handje hielp, vond hij dan ook zijn vrouw, Maria van Bertus van ‘t pakhuis van de Peel. Op 16 september 1966 trouwden ze en betrokken ze hun huidige bungalow aan de Schaapsdijk 13. Daar werden ook hun vier kinderen geboren, drie dochters en een zoon, en inmiddels hebben ze ook vier kleinkinderen. “Niet klein,” verbetert Toon lachend, “ze zijn al groter dan ik.” Vanuit zijn stoel in de woonkamer, nog altijd breedgeschouderd, de bloes open en met zichtbaar grijs borsthaar, kijkt hij uit over de straat. “Het is hier altijd goed geweest,” vertelt hij. “We wonen mooi en we hebben goei buren, we hoeven mar te kikken en ze zijn er. Wa wilde nog meer? Nee, dik tevreje hier.”

OPENHARTOPERATIE

Een kast in de kamer staat vol met miniatuurkranen, tractors, loaders, motoren en vrachtwagens. “Och ja, ge moet iets doen hè. En ik kijk er graag naar, daar ben ik toch mijn hele leven mee bezig geweest. Dat is er niet zomaar uit. Vooral tijdens mijn tijd bij Heijmans. Daar was ik vaak dag en vooral ‘s nachts aan het repareren. Door het hele land en daarbuiten. Overdag moest het draaien dus ‘s nachts moest ik opdraven. Maar ik deed het graag, ik werkte vaker 80 dan 40 uur per week. En in die tijd soms met alleen een hamer, een nijptang en wat pikkendraod. Ik heb ooit ‘s nachts wat koeien in een andere wei gedaan om zo draad te vinden, de pikkers eraf geknipt en zo een machine gemaakt. Het was ook een goeie baas, toen ik in ’92 een openhartoperatie moest ondergaan en m’n serviceauto moest inleveren, kregen we zolang een luxe auto van de zaak. Ja, ze waren wel gek met me.”

GEREEDSCHAPSKIST

Dat nachtelijke repareren is inmiddels 24 jaar geleden, de hamer en de nijptang rusten in de gereedschapskist en zijn wereld is langzaam kleiner geworden. Ook al zijn de kleurrijke verhalen uit de oude doos nog rijkelijk, de tegenwoordige tijd wordt steeds minder scherp voor Toon. Dat betekent dat hij inmiddels twee dagen in de week bij Laverhof is en dat bevalt hem goed: “Ze houden me er bezig en ik heb er ‘t er goed naar m’n zin. Een bietje biljarten, een potje rikken en wa buurte over vruuger. En er zitten er nog twee meer uit Loosbroek. Och ja, ge moet iets doen hè.”

Tekst: Mathieu Bosch | Foto: Wim Roefs