Marie van Zutphen
‘Ik heb met pijn in ’t hart de Dorpsstraat verlaten’
Marie van Zutphen van der Wijst woont sinds oktober 2018 aan de Lindelaan in Laverhof. Het was een ‘moetje’. Gelukkig maakt ze er het beste van en zit ze in een huiskamer met een aantal vriendelijke dames en heren waarmee ze de dag goed doorkomt.
Bescheiden als ze is, twijfelt Marie in eerste instantie over haar bijdrage. “Ik heb toch niks te vertellen.” Dat bleek al snel anders te zijn. Ze vertelt over het leven in Uden, op de boerderij in Loosbroek en het verdriet rondom het oud worden. ‘Ik ben niet van het mopperen, maar ik mis het leven wat ik had in Loosbroek wel’.
We lagen vaak met schrik op bed
Marie is geboren op 20 augustus 1924 en opgegroeid in Uden. Ze komt uit een gezin met een zoon en twee dochters. Marie ging graag naar school: “Ik kon goed mee,” vertelt ze. Helaas heeft ze niet lang van het onderwijs kunnen genieten omdat ze moest helpen op de boerderij. “Mijn vader overleed toen hij 52 jaar was, dat gaf veel droefheid en ernst.” Voor een jonge vrouw met drie kinderen was het leven zwaar. Gelukkig was er een buurman die altijd voor het gezin klaarstond. Zo ook in de oorlogstijd. “We woonden vlakbij Volkel en we lagen vaak met schrik op bed. Gelukkig hield hij altijd een oogje in het zeil”. Marie en haar moeder hadden een goede band. “Ik hield veel van mijn moeder en zij van mij. We liepen vaak gearmd. Ze was mijn rots in de branding.” Voor een verzetje ging Marie naar de KPJ. “Vroeger was er niet veel anders.” Daar trok ze met leeftijdsgenoten op en had haar vrije tijd een mooie invulling.
ZEVEN KOEIEN EN WAT VARKENS
Marie vertelt dat ze een fijne tijd heeft gehad met haar man Niek aan de Dorpsstraat in Loosbroek. “En we hadden fijne buren,” vertelt ze. Daar is ze veel mee opgetrokken. “Niek en ik hadden zeven koeien en wat varkens. Op het laatst hadden we geloof ik ook een tractor. Daarmee konden we wat meer zelf doen op ons land. Ik heb altijd hard gewerkt, maar dat deed ik ook graag. Zo weet ze zich nog te herinneren dat ze vroeger de was met de hand moest wassen. “En op een boerderij worden de kleren snel vuil.” Ook werd er hout gekapt voor de kachel waarop gekookt moest worden en werden er veel werkzaamheden rondom het huis gedaan. Het moest immers wel netjes zijn. In de spaarzame vrije tijd werd met verschillende mensen een kaartje gelegd. Vooral rikken en jokeren waren favoriet. Daar hebben ze heel wat uurtjes mee doorgebracht.
DIT IS NIET DE FIJNSTE TIJD
Na het overlijden van Niek heeft Marie nog jaren zelfstandig kunnen wonen in Loosbroek. Familie, buurt en vrienden stonden voor haar klaar, maar de dagen werden te lang en de werkzaamheden te zwaar. Uiteindelijk is er besloten dat Marie naar Laverhof moest. Met pijn in haar hart heeft ze de Dorpsstraat verlaten en is ze naar Laverhof gegaan. “Ik ben niet van het mopperen maar ik mis het leven wat ik had in Loosbroek wel. Dit is niet de fijnste tijd.” Ze is wel blij met de verzorging die ze krijgt. Ze helpen haar waar nodig. Het eten bij Laverhof is precies goed: gewoon aardappelen, vlees en groenten. “Dat heb ik ook het liefst, een karbonade met wat aardappelen.” Ze vindt het fijn om weer met mensen aan tafel te eten. “Het is allemaal lekkerder als je met een gezelschap eet.” Ook is ze heel blij met de vele bezoekjes die ze wekelijks krijgt. “Ik weet ook niet waarom dat is, maar ik weet wel dat ik er heel erg blij mee ben.”
Tekst: Mieke Offermans Foto: Wim Roefs