handel en wandel

Janus van Driel

‘Ik at 30 snéje brood per dag, maar ik bleef mager van de zurg’

Janus van Driel woont sinds 1967 in zijn boerderij aan de Heibloemsedijk. De schuren staan leeg, het land is verkocht en wat rest zijn vier hanen en zes hennen. Een verhaal over een bewogen leven van echte Loosbroekse die niks meer met Loosbroek heeft.

VROEGER VINGEN WE EEKHOORNS

De boer in ruste is geboren en getogen aan de Koningsstraat waar zijn broer Wim en zus Rina nu nog wonen. “Als kind was ik al het liefst in de bossen,” vertelt Janus. “Daarom past dit huis me ook. Het is achteraf, een donkere hoek, we konden er vroeger moeilijk oppas krijgen, maar wel mooi. Ik loop nog steeds weleens het bos in. Vroeger vingen we eekhoorns. Nu zit er niks meer. Schrik ken ik nie. Van ’55 tot ‘57 moest ik als marinier naar Nederlands-Nieuw-Guinea om de lokale bevolking te beschermen tegen de stammenoorlog. Dat vormt je.” Terug in Nederland trouwde hij met Dinie van Vijfeijken, samen kregen ze twee dochters, Helma en Kitty. “Ik had zeugen, mestvarkens, meststieren, van alles een bietje. En dikbillen fokken. Ik heb ooit de duurste koe van Loosbroek verkocht, voor 5600 gulden. Ongekend.”
Het leven leek op de rit. Helaas was Dinie vaak ziek, kampte met depressies en stapte in ’78 uit het leven. Een zware slag voor Janus die achterbleef met twee jonge kinderen. “Ik heb nooit geweten waarom, dat knaagt lang aan je. Het verlies gaat niet over, maar je leert er mee leven,” weet Janus. “Ik at 30 snéje brood per dag maar ze vonden me broodmager, het was van de zurg denk ik.”

Met gezinshulp en steun van familie wist hij de klus te klaren. “Daar heb ik nu baat bij, ik kan alles zelf, koken, wassen, schoonmaken, ik heb niemand nodig. Ook mijn kinderen liepen voorop doordat ze al vroeg zelf aan slag moesten. Ze konden als kind al zelf een appeltaart bakken. Natuurlijk hebben ze in een belangrijke tijd zeker hun moeder gemist, maar ik denk dat ze er sterk uit zijn gekomen.”

IK MANKEER NIKS

Met Loosbroek heeft hij niet veel meer. “Ik kom niet meer in De Wis, niet in de winkel en niet in de kerk. Dan blijft er niet veel over. Ik heb goede buren en familie, maar we lopen de deur niet plat. Daarbij vermaak ik me prima thuis. Er is altijd wel wat te doen en er komt nooit iemand helpen dus wat moet, doe ik zelf. En waarom ook niet, ik mankeer niks, ik heb ooit een nieuwe heup gehad, maar verder heb ik nergens last van. Dus schilder ik zelf het huis. En ik knutsel graag, dan kijk ik op tv hoe het moet en dan begin ik er gewoon aan. Ik heb toch tijd zat.”

Hoewel hij al 25 jaar alleen woont, is hij toch niet echt alleen, hij heeft al 20 jaar een latrelatie met de 5 jaar jongere Nellie uit Beilen bij Assen. Maar liefst 182 kilometer van Loosbroek. Ze zien elkaar elk weekend. De ene week rijdt Janus naar Beilen, het andere weekend komt Nellie naar Loosbroek. “Doordeweeks doen we ons eige. Zij vindt het hier te rustig, ik vind daar te druk,” verklaart hij. “Daar moete geregeld ergens mee gon ete, das nie men ding.” ‘s Zondagsmiddags is hij altijd weer thuis, want dan komen de dochters met het gezin naar huis. “Dan heb ik gekookte pudding en zelfgemaakt soep en eten we samen.”