handel en wandel

Patrick van Driel

‘Misschien zit er nog een vrouw bij een pak suiker’

Patrick van Driel (49) is smid. Hij kan lassen, boren, slijpen, snijden en nog veel meer. In 2012 nam hij het aluminium- en staalconstructiebedrijf aan de Dorpsstraat 3 van zijn vader over. Sindsdien is het opnieuw een eenmanszaak. Samen met zijn ouders geniet hij van rust en regelmaat. Een constructie voor een huis maken, een pilske bij Kerkzicht. Dat is het wel. Ooit trok hij in zijn eentje door Japan. “Zij spreken geen Engels en ik ook niet, dus dat paste wel. Beetje met handen en voeten. Het ging.” De laatste vijftien jaar sloeg hij de vakanties over. Soms een paar dagen België, met de motor en wat vrienden.

Een vrouw of vriendin is er niet van gekomen. “Ik heb wel een paar keer wat gescharreld, maar het is niks geworre. Het kumt zo ‘t kumt. Ik ben nie op zoek, as ik ‘r gin tref dan is ’t zo. Ik ben niet van Tinder. As ik er nog ooit een vind, krijg ik ze vast mee bij de aankoop van een pak suiker ofzo, anders zie ik ‘t er niet meer van komme.” Happy single noemt hij het zelf.

HARDROCKDINGEN

“Ik kan prima met mezelf uit de voeten en ik mis niets. Ik heb niet per se een relatie nodig om me te vermaken. Dat lukt toch wel. Ik vlag al achttien jaar bij WHV op de zondagmorgen bij de veteranen. En dan de derde helft genieten van een pilske. Altijd gezellig. Op zaterdag- en zondagavond ga ik, als het kan, naar Kerkzicht en bij voorkeur sluit ik het ook mee. Das een groot voordeel van vrijgezel zijn. Ik ga naar huis als ik zelf wil. Dat geldt niet voor iedereen.” Ook zijn muzieksmaak hoeft hij niet te delen. “Ik ging graag naar hardrockdingen maar er zijn geen festivals en concerten meer. Gelukkig ben ik graag thuis, net als mijn ouders. We hebben het goed samen.”

‘Ik reken me niet rijk’

Mijn moeder kookt altijd, maar ik kan het zelf ook als het moet. Doordeweeks kijk ik thuis wat films op m’n computer of ik maak offertes. Er ligt gelukkig altijd wel wat werk.” Met zijn bedrijf gaat ‘t goed. “Ik werk er al bijna dertig jaar en er zijn veel vaste opdrachtgevers. Zo maken we bedden van een ziekenhuis 20 centimeter langer. Het is hard werken, maar ik heb er geen hekel aan en ik kan er hendig van rondkomme. Das zat. Ik heb niet zoveel dromen, het is goed zo. Uiteindelijk zal het bedrijf wel doodbloeien, een opvolger zit er niet meer in en mijn ambitie is niet zo groot. Ik reken me niet rijk. Ik geniet vooral van wat ik wél heb. Mijn vrijheid bijvoorbeeld. Ik ben niet van het prakkezere, wel van het onthouden. Dat 30 september de laatste dag is dat je mest uit mag rijden bijvoorbeeld. Had ik vroeger al op school, wat ik een keer had gelezen, bleef erin zitten. Zelfs als ik zat ben geweest, en dat is me weleens overkomen, weet ik daarna nog alles. Das wel eens lastig. Soms is vergeten hendiger.”

Tekst: Mathieu Bosch. Foto: Wim Roefs.