het verhaal van

Annie van Krieken

‘We hebben zóveel mooie herinneringen’

Op 29 april overleed Adrie van Krieken (75) in het ziekenhuis in Breda aan corona. Een markante en betrokken dorpsgenoot die een grote leegte achterlaat.

Adrie werd geboren aan de Dorpsstraat, op een steenworp afstand van zijn grote liefde Annie Heerkens (69). “Ik was 15,” vertelt Annie. “Hij 21. Hij was vrachtwagenchauffeur en moest vaak vlak bij ons, bij ‘het pakhuis’ een vracht lossen. Dat vond ik interessant. Een mooie man. Het was liefde op het eerste gezicht. Je bent wel wat jong, zei mijn moeder, maar het is unne goeie mens. En dat was het ook,” weet Annie. Het werd serieuze verkering, het stel trouwde in ’71 en trok in hun zelf gebouwde woning aan de Krommedelseweg waar ze 42 jaar zouden wonen. Ze kregen twee dochters: Patricia en Suzan en vier kleinzoons. Adrie was trots en zorgzaam als echtgenoot, vader en opa. Diezelfde inzet toonde hij ook op zijn werk. Hij was bijna zijn hele leven chauffeur bij Lunenburg transport, het bedrijf op loopafstand waar ze hem ‘De Chef’ noemden.

DE VOORZITTER

“Hij was overal aan en bij,” gaat Annie verder. “Vroeger bij voetbalclub De Vriendenkring, carnavalsverenigingen de Zandkruiers en HDL en later bij toneelclub de Verenigde Spelers. En meestal voorzitter. Vaak tegen wil en dank want het podium trok hem niet. Hij werkte liever achter de schermen. Een actieve man die graag hielp, hij deed overal klusjes. Iedereen kon een beroep op hem doen. Als er wat gedaan moest worden was het: Waar is de Kriek? Dan ging hij en kwam ik meestal op de tweede plaats. Ik gunde het hem graag. Hij had een hele brede interesse en wist overal wat van, van vrachtwagens tot vrouwenkwaaltjes. Op zondag dronk hij graag een biertje bij café Kerkzicht. Hij wilde er graag bij zijn, ook bij de jeugd van het dorp.” Zes jaar geleden verhuisden ze naar hun nieuwe woning aan de Grondmolen. Ook zelf gebouwd door Adrie. “Daar hadden we samen langer willen genieten van een mooie oude dag,” verzucht Annie. Het lot besliste anders.

ROOMSERVICE

“We namen corona vanaf het begin heel serieus, we zijn een jaar lang nergens geweest. Adrie deed ‘s morgens om 7.00 uur boodschappen bij de Jumbo, verder bleven we thuis.” Het hielp niet. “Ik werd flink ziek, kreeg hoge koorts en raakte mijn smaak en reuk kwijt. Ik heb acht dagen boven in quarantaine gezeten. Adrie kookte voor me en zette het eten voor de deur. ‘Roomservice’, riep hij dan.” Tot hij zelf ook ziek werd. Toen ging het snel verkeerd. Hij werd zo moe dat hij niet meer van het toilet naar de bank kon komen. Maandag 8 maart kwam de huisarts en dat leek nog even geruststellend. Hij moest het thuis maar uitzieken. Dat duurde niet lang. Een dag later werd hij met de ambulance naar het ziekenhuis in Den Bosch gebracht en vervolgens naar Breda. Annie was te ziek om mee te gaan. “We hebben nog gevideobeld. Hij dacht dat het iets beter ging. Dat was van korte duur. Woensdagnacht werden we gebeld. Hij zou in slaap worden gebracht en we moesten afscheid komen nemen. Mijn meiden hebben me opgehaald en met twee mondkapjes over elkaar achter in de auto gezet. Dat was erg emotioneel. ‘Ik leg mijn lot in jullie handen,’ zei hij tegen de artsen. Dat was ‘t.”

HEEL VEEL ZORGEN

Dat door corona de bezoekjes moeilijk waren, maakte het extra pijnlijk. “Ik was een zombie,” vertelt Annie. “Ik had evenwichtsklachten, vermoeidheid, spierpijn en heel veel zorgen om mijn man. Ik kon alleen maar af en toe videobellen. Dan konden we niet veel meer dan naar elkaar zwaaien. Dan schudde hij zijn hoofd als teken dat het niet al te best ging.” Toch leek er even kans op herstel. De artsen waren voorzichtig positief. Hij mocht zelfs nog even uit bed. Al was hij zo verzwakt dat hij z’n hand niet eens meer zelf kon optillen. Toen hij na een bacterie, schimmelinfectie, nierfalen ook nog een maagzweer kreeg, werd het moeilijker. “Ik zag de angst, of misschien wel de dood in z’n ogen. Dat vergeet ik nooit meer, hij was klaar, het kon niet meer.” Na zeven pittige weken op de IC, werden ze donderdag 29 april ’s morgens gebeld met de mededeling dat het slecht met hem ging en of ze wilden komen. “Ze konden niets meer voor hem doen. ‘We moeten het gaan beëindigen,’ zeiden de artsen. We zaten met z’n drieën aan zijn bed, hand in hand. De slaapmedicatie werd verhoogd, de beademingsmachine stopgezet en binnen tien minuten was hij overleden. De artsen hadden niet eerder gezien dat ‘t zo snel ging.”

BEVRIJDINGSDAG

Het afscheid was bij Uitgaanscentrum Lunenburg. “De plek waar we samen zoveel plezier hebben gehad en waar hij nog altijd graag kwam. Hij had een lijst met namen gemaakt voor ons 50-jarig huwelijksfeest dat we in augustus daar hadden willen vieren. Diezelfde mensen hebben we uitgenodigd bij zijn afscheid. Het was op 5 mei, Bevrijdingsdag, alsof het zo moest zo zijn. Als hij het gezien heeft zal hij trots zijn. Het was heel verdrietig maar ook heel mooi. We missen hem gigantisch, hij zorgde voor ons, hield altijd de deur voor ons open. Alsof hij wilde zeggen: het is veilig, kom maar. We hebben zóveel mooie herinneringen. Daar doen we het mee.”

Tekst: Mathieu Bosch. Foto: Wim Roefs.