HET VERHAAL VAN

WIM VAN SCHAIJK

‘Op zoek naar de pot met goud’

Wim van Schaijk (64) woont met zijn vrouw Anita in de Jan Dobbelsteenstraat. De drie kinderen Marit, Han en Mirte zijn inmiddels uitgevlogen. Wim werd geboren in Zijtaart, Anita in Nijnsel. In ’84 zijn ze getrouwd en betrokken ze een woning aan de Molenstraat, in ’96 verhuisden ze naar hun huidige stekje. Wim is timmerman van huis uit, al heeft hij tussendoor twaalf jaar geboerd. Inmiddels is hij als zzp’er werkzaam als renovatietimmerman en specialist in bouwkundige beveiliging.

HARTINFARCT

Zijn vrije uurtjes spendeert hij graag aan een wandeling met zijn metaaldetector. Dat begon bijna noodgedwongen. “In 2007 kreeg ik een hartinfarct. Toen moest het roer om. Mijn broer Nico had een metaaldetector en was daar vaak mee op pad. Ik heb deze geleend, gooide dat ding om m’n nek en was weg. Da moest ok snapte?” Toen Nico vroeg wanneer hij dat ‘ding’ weer eens terugkreeg, besloot Wim er zelf een te kopen. Sindsdien gaan de broers in de weekenden samen op stap. Op de zaterdagavond of de zondagmorgen. “Als ik een mooie akker zie, vraag ik de boer om toestemming en dan gaan we. Altijd hier in de buurt. Al snel vond ik een paar zeldzame munten: een ‘real’ van zilver, een hele en een halve. Maar ook een bijl uit de steentijd en porseleinen knopen. Dan blijf je gaan. Het porselein zie je vaak zo liggen in de zwarte grond, dat ‘oogwerk’ is mijn specialiteit. Mijn broer weet alles van munten, ik van scherven.”

OVERLEDEN

Tijdens hun gezamenlijke zoektocht werd de afgelopen jaren van alles boven de grond gehaald. “In Vorstenbosch vond
ik een mooie gouden trouwring. Met inscriptie. Die heb ik terugbracht. Ze waren hem 40 jaar geleden verloren. De man was inmiddels overleden maar de vrouw was er nog heel blij mee. Dat is toch mooi? Ik vond nóg twee gouden ringen, maar daar stond niks in. Dan blijven ze hier. Het gekste wat ik vond? Dat is toch wel een hasjpijp,” lacht hij. Zijn garage puilt uit van bijzondere vondsten. Tientallen Griekse yoghurtemmertjes zijn tot de rand gevuld met pijpjes, gespen, knopen, schelpjes, kogels, munten, granaatdelen, scherven en vliegtuig- en parachuteonderdelen. De vitrines in de huiskamer bewaren nog meer unieke ontdekkingen, van een bijl uit de bronstijd (800 voor Christus), tot een Tebalring. “Dat is een zilveren bedevaartring, die vond ik in Dinther.” In het oog springend is een heuse kanonskogel. “Uit 1625, gebruikt bij het beleg van Den Bosch,” weet Wim. Het resultaat is een bijzondere verzameling waarbij elk stuk een verhaal heeft en zorgvuldig is gedocumenteerd.

WERELDFAAM

“We hebben goede detectoren, weten waar we moeten zijn, maar het is ook geluk. Het doel is natuurlijk de pot met goud, die we met één schep in de grond eruit halen,” lacht hij. “Onze vondsten hebben vooral emotionele, wetenschappelijke en archeologische waarde. Het levert weleens wat op, maar ik moet er nog gewoon bij blijven timmeren, hoor.” Toch zijn ze bepaald geen amateurs. Binnen ‘the scene’ staan de broers van Schaijk bekend als een duo dat abnormaal veel successen boekt. Hoogtepunt was in 2017 toen de broers 4 zilveren denarii, 103 bronzen sestertius en tal van bronzen sieraden vonden bij de Aa in Berlicum. Ze presenteerden hun vondst aan de Leidse historica Liesbeth Claes, die zich met haar collega’s naar de plek haastte en nog twee munten en een bronzen hanger van een paardenharnas vond, daterend uit de 2e helft eerste eeuw. De vondst trok niet alleen de aandacht van de Leidse universiteit maar werd dit voorjaar nog gepubliceerd in vooraanstaande kranten in Engeland en Amerika. Wereldfaam dus.

OFFERPLAATS

“We waren in de winter, op een besneeuwde akker aan de Aa in Berlicum, aan het zoeken toen het ineens hard ging. Overal lagen munten. Om stroperij tegen te gaan hebben we het een jaar geheim moeten houden.” Na onderzoek door archeologen van de universiteiten in Leiden en Amsterdam bleek het een romeinse offerplaats te zijn voor een veilige overtocht over de Aa gedurende enkele eeuwen na Christus. Verder onderzoek moet nu uitwijzen of er in de regio een groot romeins fort heeft gestaan. “De munten werden losjes over een veld uitgespreid, over een periode van meer dan 200 jaar. Experts denken dat het spirituele ‘tokens’ waren die werden achtergelaten door individuen die baden voor een veilige doorgang over de rivier,” vertelt Wim. “Blijkbaar was er ooit een doorwaadbare plek, vooral voor handelaren belangrijk om hun goederen veilig naar de andere kant te kunnen vervoeren. De munten waren niet bijzonder waardevol in hun tijd, meestal brons met wat zilver.” De munten werden na het onderzoek door de broers eerlijk verdeeld. “Al heeft mijn broer er wat meer dan ik. Maar ach, ik heb er genoeg, emmers vol,” besluit Wim. “Meer dan genoeg,” vult Anita aan.

Tekst: Mathieu Bosch. Foto’s: Wim Roefs.