het verhaal van

Arie van den Oetelaar

‘Ik ben altijd gek met Loosbroek geweest’

Arie van den Oetelaar (65) is geboren en getogen aan de rand van het dorp, aan de Laageindsedijk, grenzend aan de bossen, waar hij nog steeds woont met zijn vrouw Lieke. “Ik heb hier een geweldige jeugd gehad,” vertelt Arie. “Een gezin met zeven kinderen, ik was de op een na jongste dus er werd goed op me gelet.” Een beetje extra zorg was ook wel nodig omdat zijn vader op 46-jarige leeftijd overleed. “Hij was al een tijdje invalide, tijdens zijn werk bij een veevoederfabrikant was hij onder een pallet met zakken meel gekomen en brak hij zijn rug. Hij zat bijna een jaar lang van zijn nek tot zijn heupen in het gips. Na revalidatie is hij aan het werk gegaan bij de gemeente, destijds de WSW. De werkzaamheden waren kort bij huis, vaak in het bos bij ons in de straat. Na schooltijd ging ik vaak naar hem toe. Toen hij jaren later op een ochtend griep dacht te hebben en daardoor in bed bleef, ging het snel. We hadden zelf nog geen telefoon en gingen bij de buren de dokter bellen. Te laat. We hoorden hem nog ‘help’ roepen en dat was ‘t. Hartstilstand. Niks meer aan te doen. Ik weet de datum en de tijd nog precies. Een pittige tijd, vooral voor m’n moeder, ze kreeg veel op haar bordje. Ik was 10 jaar toen, dan staat de wereld even stil, maar je moet positief terugkijken en dat kan ik.

DEUGNIETEN VAN DIE TIJD

Ik ben gek met Loosbroek, altijd geweest. Met vrienden van vruuger uit ‘t dorp, klasgenoten van de basisschool hier, halen we nog regelmatig herinneringen op. Met een biertje natuurlijk. We waren deugnieten in die tijd hoor. En dan komt er wat praat los jonge, dan heb ik ‘s morgens nog pijn in mijn kaken van het lachen. Het feit dat je samen terug kunt kijken dat verbindt, daarom heb ik ook nooit de behoefte gehad om hier weg te gaan. Ik wilde eerst nog gaan bouwen in het dorp, ik had al grond toegezegd gekregen aan de Pastoor de Grootstraat. Tot er andere plannen kwamen voor m’n ouderlijk huis omdat mijn moeder het te groot vond voor haar alleen. Er kwam familieoverleg maar ik had een feestje. Ik zei ‘kek maar, als niemand het wil dan wil ik het’. De volgende dag hoorde ik dat ik ‘t mocht kopen. We hebben in een aanbouw een klein huisje gecreëerd voor m’n moeder. Mantelzorg zouden we nu zeggen. We hebben 22 jaar samengewoond en lief en leed gedeeld. 14 jaar geleden verhuisde ze naar Heeswijk-Dinther. Daar heeft ze nog met veel plezier gewoond tot december 2007 toen is ze overleden.”

BARTAFELS VAN LUNENBURG

Hoewel hij buiten het dorp woont en zelden in het ‘centrum’ te vinden is, zit Loosbroek in zijn hart. “Als ik door het dorp rijd, heb ik nog altijd het gevoel dat ik hier echt mee verbonden ben. De dwarsverbanden zijn overal. Met de plek maar ook met de mensen. Met de school waar ik weinig heb geleerd, met de kerk waarbij ik nog wat help met de rommelmarkt, maar vooral met Lunenburg, daar heb ik zoveel schik gehad. En ik heb er mijn vrouw Lieke ontmoet, aan de bartafel die nu in mijn garage staat. Toen Rob Lunenburg een keer aan het verbouwen was, vroeg ik wat hij met de spullen deed die eruit kwamen. ‘Dat gaat naar de stort,’ zei hij. Toen kreeg ik twee bartafels en twee karrewielen mee die zo kenmerkend waren voor Bar de Molen in die tijd. In mijn garage heb ik een klein privécafeetje gemaakt, daar drinken we nog vaak een borreltje aan de tafel van toen. Natuurlijk zijn we ook bij Lunenburg getrouwd, we hebben het daar gevierd toen we 12,5 en 25 jaar getrouwd waren, en wilden dat ook doen toen we 40 jaar getrouwd waren, maar toen gooide corona roet in het eten.”

IK VIND HET LEVEN PRACHTIG

Arie somt moeiteloos een tiental werkgevers op uit zijn carrière. Ik ben nogal eens geswitcht van baan, ja,” bekent hij. Dat begon bij staalconstructiebedrijven in Dinther en Loosbroek, om via servicemonteur te eindigen als huismeester bij een zorgcentrum. Inmiddels geniet hij met volle teugen van zijn pensioen. “Ik hoop dat ik heel, heel oud mag worden. Ik vind het leven echt prachtig. Onze kinderen Marieke en Bart wonen in de buurt, we hebben drie kleinkinderen, dat is al groot geluk en vermaak. Verder houden we van wandelen, een rondje om onze woonplek, elke dag wel zo’n 10 km. Al 25 jaar, weer of geen weer. Samen met ons ‘hundje’ Layka die net zo goed naar mij luistert als ik vruuger nor de mister. En we hebben plannen om grote reizen te gaan maken. Ik wil nog naar Canada, maar ook thuis vermaak ik me prima. Een beetje knutselen, ik maak alles zelf, van verwarming tot elektra. En af en toe doe ik nog een karweitje buiten de deur. Daarnaast werk ik graag in onze tuin, ik heb graag dat het er allemaal netjes bijligt. Ik heb nog een oud brommertje, daar mag ik, bij mooi weer, graag een rondje op rijden. Nee, niks te klagen hier, als ik het leven over mocht doen, zou ik alles hetzelfde doen.”

Tekst: Mathieu Bosch. Foto: Wim Roefs.