Het verhaal van

Ronny Bosch

‘De hele dag op de camping’

Twaalf ambachten, dertien ongelukken. Dat wordt gezegd van personen, die telkens een nieuw middel van bestaan zoeken, maar er altijd slecht afkomen. Het leek jaren van toepassing op Ronny Bosch (53), vader van zoon Gino en dochter Jady. Een handelaar. Een scharrelaar misschien ook, en bijna een ondernemer zegt hij zelf. Op zijn eigen campingterras bij Caravan Centrum Bernheze verhaalt hij over zijn leven vol vallen en opstaan. Een leven tussen de Dorpsstraat 28 en 88. Op een campingstoeltje tussen zijn caravans, in het zonnetje, geniet hij van een sigaretje. En nog een.

MARKTKRAAM

“Ik ben vier jaar voor Jan-lul naar de lts geweest,” begint hij. “Een bakkersopleiding. Geen idee waarom. Ik werkte na school even bij bakkerij Strik in Berlicum, stond ik ‘s nachts appelflappen te draaien. Na zes weken belde de bakker mijn vader dat ik niet meer hoefde te komen, tegen mij durfde hij het niet te zeggen. Toen heb ik nog in Vorstenbosch gewerkt, bij Van Heertum houtbewerking. Hij skupte me hard onder m’n kont toen ik een keer een stukje kozijn niet goed had gefreesd. Dat duurde dus ook niet lang. Toen Herman Hendriks, hij is onlangs overleden, in Loosbroek kwam wonen, veranderde mijn leven. Ik stond bij Wim Heerkens een poortje te schilderen. Herman woonde er naast. ‘Hedde gè niks te doen, jonguh,’ zei hij. Dat was inderdaad zo. Hij kwam uit Den Bosch en was marktkoopman. Hij zat in de stoffenhandel. Ik ben bij hem gaan werken. Ik heb wat meters stoffen geknipt in die tijd, de schaar moesten we elke avond opnieuw slijpen. Ik reed zonder rijbewijs voor hem naar markten in Amsterdam. Later betaalde hij ook mijn rijbewijs. Een aparte mens, maar ik heb er het vak geleerd; handelen. Toen ik zag hoeveel hij verdiende besloot ik het ook zelf te proberen. Ik begon een marktkraam in snoep.”

KROEGBAAS

Het leven als marktkoopman hield hij maar liefst 17 jaar vol maar uiteindelijk bleek het ook geen blijvertje. “Een paar jaar ging het héél goed. Achteraf misschien wel té goed. We pakten met de hele familie snoep in, stonden met drie man in de kraam te verkopen. Tot ik uiteindelijk nog alleen in de kraam stond met mijn handen in mijn zakken. Op zich was de handel goed, maar het ging er ook te hard uit. Vakanties, een te grote auto, ge kent ‘t wel. Toen belde Frans Smits van Lunenburg. Of het klopte dat de handel wat minder ging en of café Kerkzicht niks voor mij was. En dan aan de andere kant van de bar. Tuurlijk, meteen gedaan. Ook dat was heel even leuk. Ik huurde het meteen voor vijf jaar. Dat bleek achteraf iets te enthousiast. Na drie jaar heb ik gesmeekt of ik er mee mocht stoppen. Dat avontuur heeft me uiteindelijk een berg geld gekost, daar denk ik liever niet meer aan.”

PITTIGE TIJD

Tussen alle bedrijven door handelde hij al een beetje in auto’s. “Voor de lol. Zo had ik ook een keer een camper en een caravan. De caravan verkocht ik aan ‘Herr Driker’, een Duitser met bedrijven in Neuss en Neurenberg. Dat klikte, zowel persoonlijk als financieel. In no-time verkocht ik er een paar honderd aan hem. En nog steeds is hij mijn beste klant. Toen Hans Heerkens vier jaar geleden stopte met zijn autobedrijf heb ik het pand gehuurd. Een jaar geleden heb ik het gekocht en daar ben ik heel blij mee. Door mijn scheiding met de moeder van mijn kinderen was het een pittige tijd, maar ik kan goed alleen zijn en ik werk graag, ik red me wel. En als corona voorbij is, ga ik weer eens wat rondkijken. Ik heb net nog een leuke vrouw een vrije dag gegeven.” Hoezo? “Nou, ik vroeg 7000 euro voor een caravan. Ze appte: ‘Voor 5500 euro kom ik ‘m morgen halen’. Ik zei: dan heb je morgen een vrije dag. Toen ik de foto nog eens bekeek had ik misschien toch wat korting moeten geven…”

BIETJE LULLE

Voorlopig is hij ondernemer en huisvader. “Het is een mooie taak om te zorgen dat mijn kinderen elke dag te eten hebben, en dat gaat erop. Er blijft zelden wat over. Verder heeft mijn bedrijf alle aandacht. Eindelijk gaat het nu eens een tijdje goed. Ik geloof dat ik nu wel voort weet wat ik wel en niet moet doen. Een bietje onder de mensen zen, wa ouwehoeren, dat is wel mijn ding ja,” lacht hij. “Mijn zoon Gino werkt nu bij me en ook mijn vader sjouwt nog graag wat mee, onderdelen ophalen maar ook caravans in het land. Doen ze samen, vinden ze mooi. Bietje lullen. Ik adverteer veel online. Daar zijn filmpjes te vinden van al mijn caravans. Op afspraak kunnen geïnteresseerden uiteraard komen kijken. Ze krijgen hier al het gevoel op de camping te zitten, ik trouwens ook. Corona heeft me goed gedaan, eerlijk is eerlijk. Het is vaak zelfs te druk.” Dan klinkt er een sirene. Het blijkt zijn mobiel. Op mijn vragende blik lacht hij: “Dat is de bank, er is weer een caravan bijschreven.”

Tekst: Mathieu Bosch. Foto: Wim Roefs.