optimist

BOUKJE VAN HEESWIJK

‘We hebben een droomplek aan de Laageindsedijk. Toen we de oprit opreden, waren we op slag verliefd!’

“Je moet me wel vragen stellen, want volgens mij ben ik niet zo interessant voor een verhaal,” zegt Boukje van Heeswijk (51) lachend bij de start van het gesprek. Samen met haar man Sander en dochters Mirte (21) en Jasmijn (bijna 16) woont ze op een verscholen plek aan de Laageindsedijk. Al snel blijkt dat haar uitspraak niet klopt: Boukje kan boeiend en uitgebreid vertellen.

Boukje is geen geboren Loosbroekse. Ze komt uit Leersum. “Ik ben geboren tijdens het bloemencorso, onder het vuurwerk. Mijn moeder zei altijd dat ik daarom een echt bloemenmeisje was.” Toen ze 2,5 jaar oud was, verhuisde het gezin naar Ochten. Daar leerde ze later ook haar man kennen: ze werkten een tijdje bij hetzelfde bedrijf. Toen ze wilden gaan samenwonen, verhuisde Boukje mee naar Brabant. “We hebben eerst twaalf jaar in Veghel gewoond, waar Sander vandaan komt. Daarna gingen we op zoek naar een plek met meer ruimte, zodat we paarden aan huis konden houden én waar mijn vader bij ons kon wonen. In 2013 vonden we deze droomplek aan de Laageindsedijk. Toen we de oprit opreden, waren we direct verkocht. Op slag verliefd!” Dankzij de toenmalige eigenaresse Ria van Driel kregen ze de kans om het te kopen middels woningruil en er hun eigen paradijs van te maken, inmiddels compleet met weilanden, vijver, stallen, rijbak, longeercirkel en mantelzorgwoning.

Paardenmeisje

Hierdoor zijn de ruiters binnen het gezin van alle gemakken voorzien. Beide meiden hebben op hun pony Boy gereden. Mirte is inmiddels gestopt, maar Jasmijn rijdt nog steeds. Boukje zelf is en blijft het grootste ‘paardenmeisje’ van het gezin. Ze vertelt enthousiast: “Op dit moment hebben we een pony van 29 Boy, een Fries Abel en sinds februari een jonge KWPNmerrie Obladi-Oblada. Mijn oude paard van 29 moest ik helaas laten inslapen, en toen kwam Obladi op mijn pad, vernoemd naar het Beatles-liedje. Ze is een nakomeling van Negro x Lord Leatherdale, hengsten die in de sport veel succes hebben en de meesten van hun nakomelingen ook. Zelf heb ik niet de ambitie om wedstrijden te rijden, maar ik wilde wel een paard waar ik fijn mee kan werken.” Boukje richt zich vooral op dressuur, al beperkt haar gezondheid haar daar soms in.

Positief blijven

In 2021 werd ze namelijk ernstig ziek door corona. Elf dagen thuis en vervolgens twaalf dagen in het ziekenhuis aan de zuurstof. “Die eerste nachten in het ziekenhuis heb ik soms gedacht dat ik het niet ging redden. Na mijn ontslag kon ik maar een paar meter lopen met een rollator en heb ik een jaar lang medische fitness gevolgd. Ik ben daar uiteindelijk mee gestopt op advies van de fysiotherapeut, omdat mijn lichaam niet herstelde en het niet vol te houden was naast de verzorging van de dieren. Stukje bij beetje vecht ik elke dag om sterker te worden.” Dankzij de hulp van haar man en dochters kan ze toch nog van de paarden genieten. “Al gebeurt het dat ik na een lastige training drie dagen ziek ben. Maar als het lukt, is dat goud waard.” Ondanks haar beperkingen blijft Boukje positief. “Ik kan enorm genieten van mijn gezin, van m’n dieren, van thuis, en van die kleine dingen. Mijn paard afspuiten en zien hoe gelukkig ze daarvan wordt, daar doe ik het voor.”

Medische kennis

Ook hebben ze een aantal dieren. Er zijn drie katten, waarvan één gehandicapt, twee honden, kippen, een pittige haan, een konijn, en natuurlijk de paarden. “Het lijkt wel of wij dieren aantrekken die een gebruiksaanwijzing hebben,” lacht Boukje. “Maar dat mag. We zorgen goed voor ze, en ik heb me inmiddels flink verdiept in medische kennis, vooral in alternatieve geneeskunde.” Op de vraag of ze betrokken is bij het dorp, antwoordt ze eerlijk: “Niet echt. We zijn meer op onszelf en hebben vooral contact met de buurt. Onze meiden hebben in het begin op het Palet gezeten, waardoor we meer op Heeswijk-Dinther zijn georiënteerd. Veel mensen weten niet eens dat hier een huis staat. De Dorus blader ik wel door, en als ik bekenden zie, lees ik het artikel.”

Snipverkouden

Vakantie vieren doet het gezin het liefst thuis, of in Italië. “Zelfs een viersterrenhotel in Kroatië kon niet tippen aan ons eigen paradijs. Dat hotel had trouwens niet eens vier sterren mogen hebben, zo vervallen was het,” grapt ze. Trots laat ze de grote zwemvijver zien die ze in 2018 hebben aangelegd. “Er zwemmen geen vissen, maar er komen wel watervogels op af. Zwaluwen scheren eroverheen, prachtig om te zien. We doen er veel werk aan, zodat we er ook zelf in kunnen blijven zwemmen.” En hoe Brabants voelt ze zich inmiddels? “Carnaval vieren we eigenlijk niet meer. De eerste jaren in Brabant wel. Heel lang geleden heb ik een keer snipverkouden in een loopgroep meegelopen als ‘fist verreke’, omdat mijn zwager prins was. Niet in de gaten hebbende dat mensen drie rijen dik langs de route stonden. Dat was wel even schrikken. Toen de Toren nog carnaval organiseerde, gingen we wel altijd een paar avonden, maar sinds Covid niet meer. Bovendien ben ik door mijn gezondheid voorzichtiger geworden. Qua mentaliteit voel ik me wél Brabander. Het is hier allemaal veel gemoedelijker, en dat bevalt me verrekes goed.”

Tekst: Mieke Bossers | Foto: Eveline van Uden-Buijs