Jos Gijsbers
‘Ik woon met liefde in Loosbroek, mensen hebben hier nog tijd en belangstelling voor elkaar’
Voordat wij aan het interview beginnen, mag ik de modelbouwwerkplaats van Jos bewonderen. Allerlei penselen, potjes en gereedschap keurig netjes gerangschikt; een enorme voorraad bouwpakketten, prachtige trucks; de meeste van het merk waar hij lang geleden verliefd op werd: de Mack truck. Voor de leken onder ons: dit is een iconisch vrachtwagenmerk uit de Verenigde Staten. Vrachtwagens zijn de rode draad in het leven van Jos; zij zijn er in zijn werk, in zijn hobby en in zijn sociale leven.
EEN HALVE BOER
Jos Gijsbers is geboren en getogen in Vorstenbosch maar woont inmiddels zevenendertig jaar aan de Schaapsdijk. “Mijn vader kwam uit Vorstenbosch en mijn moeder uit Loosbroek.” Na de lagere school ging hij naar de Havo en daarna haalde hij zijn diploma aan de MAS (Middelbare Agrarische School) in Oss. “Ik ben dus ook een beetje een halve boer, want mijn opa en oma hadden een boerenbedrijf en mijn eerste baan, na de militaire dienst, was bij varkensfokkerij Bouw in Boekel. Maar dat was toch niet helemaal mijn ding. Ik merkte dat mijn hart meer lag bij het rijden op de vrachtwagen. In 1984 kon ik chauffeur worden bij Van Den Bosch in Erp. En sinds die tijd heb ik voor verschillende werkgevers al heel wat ritten door Europa gemaakt. Uitgezonderd Noorwegen, Zweden en Finland heb ik heel West-Europa wel gehad. En vroeger voordat de muur viel ook Tsjechië en Joegoslavië en West-Berlijn, dan reed je dwars door de DDR. Er zijn jaren geweest dat ik ruim 170.000 kilometer per jaar reed. De laatste paar jaar heb ik meer een vijfdaagse werkweek. Nu werk ik in Veghel en vervoer ik containers in de regio en sta ergens tussen half 5 en 6 uur op.”
DE GROTE LIEFDE
Zoveel werkervaring op de vrachtwagen maakt zijn hobby wel begrijpelijk. “Als klein manneke heb ik mijn eerste modelvrachtwagen gebouwd toen ik in de eerste klas van de middelbare school zat. Modelbouw was toen wel anders dan nu. Je kocht een pakket en je bouwde wat erin zat. Je had eigenlijk geen idee hoe zo’n truck er in het echt uitzag. Tegenwoordig kun je alles op internet bij elkaar zoeken. Je kunt zelf verschillende motoren erin zetten, allerlei accessoires kopen, technische tekeningen zoeken. Je kunt het zo gek maken als je zelf wilt.” Maar hoe kwam hij ooit bij zijn grote liefde: de Mack? “Via de Esso chauffeursclub werden er reizen georganiseerd naar vrachtwagenfabrieken in Europa. Maar in 1990 organiseerden zij een reis naar Amerika. Ik had natuurlijk ook de film Convoy gezien dus toen ben ik meegegaan en daar heb ik de Mack trucks in het echt gezien. We hebben de fabriek bezocht en het hoofdkantoor. Ik was helemaal overtuigd.”
LAATSTE WENS
Zelf wilde Jos al langere tijd een eigen truck kopen en een jaar later kwam hij tijdens zijn werk bij een klant die toevallig een Mack had staan! Die heeft hij gekocht. Voor de hobby. “Hij had ongeveer 1,2 miljoen kilometer gelopen! Ik heb hem opgeknapt en vanaf 1993 heb ik deelgenomen aan diverse truckruns voor mensen met een beperking. En ik heb er evenementen in binnen- en buitenland mee bezocht. Bij de oldtimer vrachtwagenclub in Tienray heb ik een aantal jaar in het bestuur gezeten en daar organiseerden we toertochten en om de twee jaar een show. Samen met twee anderen heb ik vier keer een grote bijeenkomst voor Amerikaanse trucks georganiseerd met deelnemers uit diverse Europese landen. Vorig jaar hebben we, als laatste wens van één van de medeorganisatoren (hij had alvleesklierkanker) dit nog één keer in Oerle gedaan. Er kwamen ruim 100 trucks uit allerlei landen, zelfs uit Noorwegen, Tsjechië, Frankrijk en Oostenrijk. Twee weken later was deze man overleden en hebben we hem met twintig Amerikaanse trucks naar zijn laatste rustplaats gebracht.”
GEEN SPORTER
Werk en hobby zijn bij Jos nauw met elkaar verbonden. Hij is betrokken bij verschillende clubs en organisaties. Hij helpt met de organisatie van bijvoorbeeld reizen en modelbouwbeurzen en hij helpt bij het opbouwen van de Mack en speciaal transport dag van de Mackclub in Soesterberg. Al met al een druk bezet leven. “In Loosbroek ben ik in het begin een jaar of vijf bij de Line-danceclub geweest, maar toen ik internationaal ging rijden kon ik daar niet bij blijven. En ik ben geen sporter; er zijn jaren geweest dat ik één dag of minder in de week thuis was, dan kun je niet bij een club. Maar ik woon met liefde in Loosbroek. Mensen hebben nog tijd en belangstelling voor elkaar. Ik ken het grootste deel van de straat. Buurtvereniging Schaapsdijk is actief en gezellig en ik probeer de meeste activiteiten mee te doen, vooral de nieuwjaarsbijeenkomst en het jaarlijkse jeu-de-boulestoernooi.
GROOT ONGELUK
Als het aan mij ligt dan blijf ik hier wonen zolang het kan. Komt het zover dat ik geen auto meer kan rijden dan moet ik misschien ergens anders gaan kijken. Maar zover is het nog niet. Eerst staat er voor volgend jaar waarschijnlijk een reis naar de westkant van Canada op het programma.” En Jos heeft nog veel meer verteld. Over het grote ongeluk dat hij in München had in 1991 en over zijn broer aan wie hij een nier heeft gedoneerd en over zijn vader en moeder. Maar we hebben in De Dorus nu maar twee bladzijden, dus vraag hem er zelf maar naar als je hem een keer tegenkomt. Hij is in ieder geval een gezellige prater.
Tekst: Wietske Piek | Foto: Wim Roefs