portret

Jo van Krieken

‘Het is hier heel gemoedelijk’

Als op de eerste maandag van de maand klokslag twaalf uur een harde sirene klinkt van het testluchtalarm brengt dit Jo van Krieken (86) nog altijd weer terug naar haar herinneringen uit de oorlog. “Ik ben geboren in Middelrode en kom uit een gezin van negen kinderen. In de oorlog zat ik op de meisjesschool in Berlicum die naast het klooster stond en als er een luchtalarm kwam, moesten we allemaal onder de banken kruipen. Ons gezin moest vluchten van de boerderij toen de Duitse soldaten op het erf kwamen. We werden ondergebracht op een boerderij op de Wamberg waar wel veertig kinderen op stal speelden en sliepen en bij mooi weer mochten we buiten spelen. Op weg daarnaartoe zat ik zo ver mogelijk achter op de kar zodat ik mijn moeder goed in de gaten kon houden want ik was zó bang… zo bang om haar kwijt te raken. Mijn opa en oma waren daar ook en omdat mijn opa stokdoof was liep hij met zijn stok en zijn pijp in de mond op z’n gemakje over het erf en moest naar binnen gehaald worden tijdens een luchtalarm omdat hij deze zelf niet hoorde. In Middelrode was onze boerderij afgebrand en we konden tijdelijk wonen in Heeswijk in het dorp.

Zwarte schort

Haar vader en oudste zus Bertha gingen vanuit Heeswijk elke dag op de fiets naar Berlicum om daar de koeien te gaan melken. “Mijn zusje Bertha heeft heel hard moeten werken omdat mijn moeder ziekelijk was. Aan weerszijden van het stuur hingen melkemmers en er gingen twee melkbussen mee die later opgehaald werden. Na de oorlog hadden we een boerderij in Heeswijk in de Kameren met de koeien aan huis. In de eerste klas had ik les van een non en dat was een echte trut want als je niet goed geluisterd had dan moest je op je knieën in de hoek zitten en werd er een zwarte schort over je heen gegooid zodat je in het donker zat. Ze was heel denigrerend naar kinderen toe en had nergens begrip voor. Gelukkig zijn we met ons hele gezin goed door de oorlog heen gekomen. Mijn broer Wim is ternauwernood aan de dood ontsnapt omdat er een zware kogelband vanuit een vliegtuig rakelings langs hem op de grond terechtkwam. De oorlog was een verschrikkelijke moeilijke tijd.

Meisjesschool

In 1950 gingen we terug naar Middelrode naar onze nieuwe boerderij”. Omdat Jo thuis op de boerderij niet zo hard nodig was, mocht ze na de lagere school naar de Mulo in Den Bosch en het was gebruikelijk om vooraf bijles te krijgen zodat je alle leerstof goed kon volgen. Maar die bijles bleef uit en daardoor sprak ze bijvoorbeeld bij het vak Frans alle geleerde woordjes fonetisch uit. Gelukkig kon ze alles ‘hendig’ bijbenen en goed meekomen op school. Vervolgens ging ze naar de Kweekschool de Mariënburg in Den Bosch want ze was zonder meer gek op kinderen en gaf daarna les aan de eerste klas van de meisjesschool in Middelrode. “Ik hielp graag kinderen die niet zo goed mee konden komen door ze extra aandacht te geven.” Haar man Gerard leerde ze kennen in een danszaal in Heeswijk, na vier jaar verkering zijn ze op 2 oktober 1963 getrouwd. Samen hebben ze twee dochters, Gretta en Carin (en ondertussen 7 kleinkinderen en 2 achterkleinkinderen).

Handwerkles

“Naast de zorg voor het gezin hielp ik met de boekhouding van de maalderij en de veevoederfabriek. Ik herinner me nog de eerste belastingcontroles, zoals de omzetbelasting en later de btw. Opa van Krieken schreef alle betalingen op in een notitieboekje maar de belastingambtenaar zei “Wat we bij de oude heer van Krieken oogluikend hebben toegelaten, laten we niet meer toe bij het jonge echtpaar.” Later deed ik de complete boekhouding, betalingen en debiteuren. Ik was erg secuur, vooral met het kasboek, alles moest kloppen. Om er even tussenuit te zijn en omdat ik toch graag met kinderen wilde werken, heb ik een aantal jaren handwerkles gegeven op de Albertusschool en was ik bestuurslid van het kinderkoortje hier in Loosbroek. Bovendien waren de vader en een oom van Gerard bij ons inwonend. Om dit alles aan te kunnen hadden we al gauw een hulp nodig in het gezin om te koken en te poetsen.

“DE ANGST EN HERINNERINGEN VAN DE OORLOG KWAMEN WEER BOVEN”

Voorzitterschap

In de zestiger jaren hebben wij een veevoederpers geplaatst, dit om bij te blijven, onder de rook van de CHV. Een hele investering voor ’n klein bedrijf. Begin jaren zeventig zijn wij hondenvoeders gaan produceren. Dat kon – wij hadden immers al een pers. De productie van hondenvoeders nam zo’n vlucht dat over gegaan moest worden naar geëxtrudeerde producten voor honden. Daarvoor werd ’n extruder aangeschaft (financieel: een rib uit ons lijf). In 2003 ben ik met pensioen gegaan en nu zijn onze dochters, schoonzonen en kleindochter werkzaam in het bedrijf Vobra in Veghel. Na al het harde werk maakte ik tijd voor het voorzitterschap van de KBO. Om te ontspannen hebben we vele jaren een prachtig huis gehad in Frankrijk. In de Dordogne kwamen we samen met familie, vrienden en kennissen. In 2018 is de maalderij naast ons huis volledig afgebrand. Dat was echt verschrikkelijk en toen kwamen de angst en de herinneringen van de oorlog weer boven. Volgens mij heb ik een trauma opgelopen want ik ben kilo’s afgevallen en nog kan ik niet goed eten en neem ik elke dag als bijvoeding Nutridrink. Maar verder gaat het goed hoor, Gerard en ik zijn veel samen thuis in verband met gezondheidsproblemen maar we genieten van de kinderen en kleinkinderen. En thuis is het goed, ik heb altijd met heel veel plezier in Loosbroek gewoond.”

Tekst: Chantal Kanters | Foto: Wim Roefs