Erik Groothoff
‘Tennis is springlevend – en een prachtige manier om mensen te verbinden’
Erik Groothoff (67) is geen man van stilzitten. Elke zondag staat hij op de golfbaan voor de competitie. Hij is vrijwilliger in de lokale politiek in Nuenen, brengt één dag per week door als mantelzorger voor zijn moeder in België, en als de bergen roepen, trekt hij eropuit om te wandelen of te skiën. Maar het hart klopt misschien wel het hardst op de tennisbaan. Zes jaar geleden verruilde de van oorsprong Eindhovense Erik zijn woonplaats Nuenen voor het rustige dorpsleven in Zijtaart. Niet vanwege werk, maar voor de liefde. “Ik kwam hier terecht via mijn tweede liefde. En wat bleek? In Zijtaart vond ik ook een oude passie terug: tennis.” Hoewel hij ooit de Academie voor Lichamelijke Opvoeding volgde en zijn licentie haalde, verdween tennis een tijdlang naar de achtergrond. Basketbal en honkbal kregen de overhand, en zijn carrière voerde hem via defensie, het onderwijs naar de sportcommercie. “Sport is altijd de rode draad geweest,” zegt hij. “Maar het tennissen heb ik pas hier in Zijtaart weer opgepakt.”
ALLES IS STRAK GEORGANISEERD
Om weer helemaal bij te zijn, volgde hij een opfriscursus bij de KNLTB (tennisbond). “Technieken veranderen, methodes ook. Dan moet je jezelf bijspijkeren.” Intussen geeft hij niet alleen in Zijtaart tennisles, maar ook bij Sport Club Loosbroek, waar hij wekelijks 42 tennissers begeleidt. “Het mooie is: ik hoef de planning niet te doen. Dat regelt het bestuur. Alles is strak georganiseerd.” Wat begon als een lesreeks van 15 weken, groeide uit tot een bloeiende community. “Alleen lesgeven is niet genoeg,” zegt Erik. “Je moet mensen ook stimuleren samen te spelen. Zo ontstonden er interne toernooitjes en zelfs een cursistentoernooi met oliebollenkraam, ook deden we met een groep mee aan de quizavonden van SCL. Dat soort dingen vind ik heerlijk: sport mag serieus zijn, maar het moet óók leuk blijven. Lachen met elkaar, daar draait het om.”
VRIENDJES EN VRIENDINNETJES
De sfeer binnen de vereniging noemt hij warm en dorps. “Iedereen doet iets voor elkaar. Het aantal sponsoren en vrijwilligers is gigantisch. Dat waardeer ik enorm.” Over het succes van zijn lessen blijft hij bescheiden. “Dat de tweede cyclus ook meteen vol zat, had ik niet verwacht. Het gonst hier ’s avonds van het enthousiasme, van 18:00 tot 22:00 zijn alle banen bezet. En de jeugd van SCL krijgt nu ook de kans om kennis te maken met de tennissport. Maar je hebt vervolgens wél groepjes vriendjes en vriendinnetjes nodig, anders wordt het lastig.” Over de hype rond padel is hij helder: “Alsof je alleen nog meetelt als je padelt. Onzin. Tennis vraagt om meer inzet en doorzettingsvermogen. Maar als je het eenmaal kunt, heb je er een leven lang plezier van.” Erik is 67, maar voorlopig nog lang niet klaar. “Ik wil sowieso doorgaan tot m’n 70ste. Zolang ik mensen plezier kan geven in sport én het sociale aspect kan blijven stimuleren, ben ik op mijn plek.”
Tekst en foto: Miriam van Dijk