’t Ommetje

Pedro Roefs

‘Altijd volluk over de vloer’

“Loop maar mee naar de kantine”, zo begroet Pedro mij als ik hem opzoek voor een ommetje. Want wandelen daar doet hij liever niet aan. Ja, op vakantie in het buitenland maar niet in Loosbroek. Toch trekt hij zijn wandelschoenen aan en gaan we op pad. Want bij een ommetje hoort een wandeling. Pedro Roefs is 65 jaar en woont samen met zijn vrouw Hannie aan de Voorstraat. Ze hebben twee dochters en een zoon. Die hebben ieder hun eigen gezin maar zijn nog veel te vinden rondom het ouderlijk huis waar altijd veel bedrijvigheid is. Dat was vroeger al zo bij zijn vader Bertus. Die woonde met het gezin aan de Krommedelseweg. Naast de boerderij was een weitje met allerlei beesten waar de kinderen uit het dorp graag kwamen kijken.

IEDEREEN LEEFT MEE

Ons gesprek komt al gauw op de heftige gebeurtenis die hen zes jaar geleden is overkomen. Ze werden overvallen in hun eigen huis maar hebben hun leven gelukkig weer goed opgepakt. Bang is hij niet. “Maar de golfclub ligt wel klaar voor als ’s avonds de hond aanslaat.” Pedro vertelt verder, “Het is ook mooi om in zo’n durp te wonen als Loosbroek. Iedereen leeft mee en we hebben veel steun ontvangen. Het huis stond vol met bloemen.” Ze hebben het achter zich kunnen laten maar op een zondag tijdens ‘Effe noar Geffe’ stond hij plotseling oog in oog met een van de vermoedelijke overvallers. “Daar zit je toch niet op te wachten, dan bedenk je weer hoe vreemd het is dat zo iemand maar kort heeft vastgezeten.” De zaak werd toendertijd geseponeerd bij gebrek aan bewijs.

SAMEN AAN TAFEL

Pedro is een druk baasje, altijd aan het werk maar hij kan steeds vaker de tijd nemen voor iets leuks. Zo is hij samen met zijn broers in China en Canada geweest en met zijn kleindochters naar Spanje waar zijn zus woont. Hannie vindt het prima. “Als ze maar niet mee hoeft, en dat vind ik soms wel jammer.” Ze zijn ook graag samen thuis want daar is altijd ‘volluk’ over de vloer. Iedereen die er werkt schuift aan tijdens het eten. “Ze moeten wel zelf hun eigen burd vatte, maar dan voelt iemand zich eerder thuis bij ons.” Aan tafel is het tijd voor elkaar. Gezellig samen kletsen. “Ik heb liever dat iemand een mop vertelt en dat er gelachen wordt want er is lekker gekookt en daar moet je van genieten, als er problemen zijn dan kan dat later besproken worden.” In de kantine sluiten we af en ook Hannie schuift aan. Bij het afscheid bekijken we de beestenboel. Trots laat hij zijn rendieren zien. Net als bij zijn vader vroeger staan er hier ook beesten in de wei.

Tekst: Willemien Manders | Foto’s: Wim Roefs