Jan van Lieshout
‘Ik ruim altijd heel Loosbroek op’
Wie regelmatig een rondje door Loosbroek loopt, heeft ze vast weleens gezien: de opvallende roze afvalzakken langs de kant van de weg. Nee, dat zijn geen vergeten vuilniszakken en je hoeft er ook geen melding van te maken bij de gemeente. Ze zijn namelijk van Jan. Jan van Lieshout (72) om precies te zijn. Al drie jaar lang trekt hij vrijwillig door het dorp om zwerfafval op te ruimen. “Dat is mijn werk,” zegt hij droogjes, “en ik doe het graag.” Jan is een echte Loosbroekenaar. Geboren en getogen aan de Dorpsstraat, in een gezin met vijf zussen en één broer. Na de landbouwschool nam hij de boerderij van zijn ouders over. “We hadden zeugen en wat vleesvarkens,” vertelt hij. Maar toen de varkenspest toesloeg, moest hij het bedrijf noodgedwongen opgeven. Jan ging aan de slag bij Sligro in Veghel. “Daar heb ik van alles gedaan, maar de laatste jaren werkte ik bij de facilitaire dienst. Geen dag hetzelfde, dat vond ik mooi.”
“HET IS GOED WERK EN OOK NOG GEZELLIG”
WE HOUDEN HET NETJES
Inmiddels woont Jan alweer sinds 1998 aan de Hekkenslag, samen met zijn vrouw Marian. Ze genieten volop van hun pensioen, en van de kleinkinderen die regelmatig langskomen. Toch zit Jan bepaald niet stil. “Ik ben graag buiten, dat zit er al van jongs af aan in,” zegt hij. Zijn grote hobby is tuinieren. Hij besteedt uren in zijn eigen tuin, maar ook in die van de basisschool, waar hij het onderhoud van de voortuin en de heggen verzorgt. En alsof dat nog niet genoeg is, is hij elke donderdagochtend op het kerkhof te vinden, samen met een groep andere gepensioneerde dorpsgenoten. “We houden het daar netjes. Het is goed werk, en het is ook nog gezellig.” Wat minder bekend is zijn werk als ZAP’er – ZwerfAfvalPakker. Een paar jaar geleden wees dochter Claudia hem op een oproep van de gemeente. Jan twijfelde geen moment en meldde zich aan. “Sindsdien loop ik van november tot maart elke week een halve dag door het dorp,” zegt hij. “Als de bermen en sloten zijn gemaaid, kom ik in actie.” In die halve dag haalt hij gemiddeld drie volle vuilniszakken afval op. De gemeente levert de roze zakken en een knijper, Jan doet de rest.
NETJES TERUGGEBRACHT
“Ik zet de zakken daarna aan het eind van de route, dan komt de gemeente ze ophalen. Maar mensen schrikken soms van die roze zakken. Dan denken ze dat er weer iemand illegaal afval heeft gedumpt,” zegt hij lachend. “Maar nee hoor, dat ben ik. Dus geen zorgen!” Tijdens zijn rondes vindt Jan van alles. “Je gelooft niet wat mensen weggooien. Hele McDonald’s-maaltijden, lege wijnflessen, sigarettenpakjes… Ik heb zelfs een keer een dode hond uit een sloot gehaald. Dat was minder leuk.” Maar er zitten ook verrassingen tussen. “Ik vond ooit een portemonnee met pasjes. Die heb ik natuurlijk netjes teruggebracht. De eigenaar was er blij mee.” Sommige opruimacties zijn letterlijk zwaar werk. “Een keer lag er een grote houten plank in de sloot. Nauwelijks alleen eruit te krijgen, maar het is gelukt. Wat er ligt, gaat weg. Waar ik langs kom, laat ik het schoon achter. Zo simpel is het.”
MOPPEREN OP ROMMEL
Hoewel Jan zijn werk vooral voor zichzelf doet – “Ik wil gewoon dat het hier netjes is” – merkt hij dat mensen het waarderen. “Ik hoor vaak: ‘Goed bezig’ of ‘Bedankt Jan!’. Dat doet je goed. Maar ik heb in al die jaren maar één keer ergens koffie aangeboden gekregen, en dat was nog van iemand die hier niet eens woont,” zegt hij met een brede lach. En waarom doet hij het eigenlijk? “Omdat ik me thuis voel in Loosbroek. Het is mijn dorp, en ik wil dat het mooi blijft. Je kunt wel gaan zitten mopperen op rommel, maar je kunt ook zelf wat doen. Bovendien is het goed voor lijf en leden, dat wandelen, en het geeft voldoening.” Met zijn inzet laat Jan zien hoe groot de kracht van één persoon kan zijn voor een gemeenschap. Geen grote woorden, geen applaus nodig. Gewoon doen. Of, zoals Jan het zelf zegt: “Ik doe mijn rondje, raap op wat ik tegenkom en laat het schoner achter dan ik het aantrof. Meer is het niet. Maar het helpt wel.” Dus als je Jan binnenkort weer tegenkomt, ergens langs een sloot of een straat, met zijn knijper in de hand en een roze zak naast zich, geef hem dan even een glimlach of een ‘dank je wel’. Want dankzij hem blijft Loosbroek schoon, netjes én een stukje mooier.
Tekst: Mathieu Bosch | Foto: Wim Roefs