waar is?

Davy van de Ven

‘Ineens had ik een tumor in mijn hoofd, zo groot als een tennisbal’

Davy van de Ven (32) groeide met zijn vier broers op aan de Schaapsdijk, op de hoek van de Donatusstraat. Hij bleek een getalenteerd keeper en stond vanaf zijn zevende jaar onder de lat bij WHV waarvan meerdere jaren in het eerste elftal. Sinds 2014 woont hij met zijn vriendin Mieke Penninx in haar geboorteplaats De Mortel. Samen hebben ze een zoon Sem van bijna drie. De band met Loosbroek bleef. Elke woensdag bezoekt hij zijn ouders en elke tweede vrijdag van de maand doet hij een biertje of bacootje met een grote Loosbroekse vriendengroep, die zijn oorsprong vindt in de basisschool. Davy is prefab timmerman bij een bedrijf in Gemert en maakt vooral daken en dakkapellen. “Ja, twee van mijn broers hebben in Loosbroek een eigen bouwbedrijf: De Vennekes,” weet hij. “Maar het blijft familie. Nu gaat het goed en dat moet je vooral zo houden. Ik spring wel eens bij, maar ik zit niet te wachten op de sores van een eigen bedrijf.”

PITTIGE OPERATIE

Ruim anderhalf jaar geleden kreeg hij vage klachten. Een knipperend oog en trillende vingers. Een bezoekje aan zijn huisarts resulteerde in een scan en daarna volgde al snel een dramatisch bericht: hij had een tumor van ruim vijf centimeter in zijn hoofd, een gezwel zo groot als een tennisbal. “Ik ging de medische molen in en kreeg heel veel onderzoeken. Sindsdien is alles anders.” Een jaar geleden werd hij geopereerd waarbij 85 procent van de tumor is verwijderd. Een pittige operatie waarbij hij koos om wakker te blijven om te reageren op onder andere stroomstootjes. “Het was ontzettend spannend, maar de arts gaf me zoveel vertrouwen dat ik het zo opnieuw zou doen. Echt heel bijzonder. Daarna heb ik zes weken rust moeten houden. Vervolgens kreeg ik 33 bestralingen en daarna nog eens een heftige kuur van 12 chemobehandelingen. Dat is minder. Je krijgt echt vergif binnen en dat merk je vooral tijdens de chemoweek, maar gelukkig valt het mee met de klachten.

TIKKENDE TIJDBOM

Ik heb wat minder energie dan voorheen. Daar moet ik waarschijnlijk mee leven. Ik ga wat vaker even naar bed en werk nog maar vijf uur per dag. Maar met voldoende rust is het prima te doen. Verder is het afwachten wat de tijd gaat brengen. Ik blijf onder controle en krijg nu voorlopig elke drie maanden nog een scan. Het is niet de vraag óf het mis gaat, maar wanneer. De tumor blijft een tikkende tijdbom. Het kan morgen zijn maar ook over een jaar, maar een keer gaat die weer groeien. Gemiddeld kun je er nog ongeveer 10 à 15 jaar mee leven is me verteld, maar dat kunnen ze eigenlijk ook niet precies zeggen. Zelf sta ik er positief in, ik ben jong en vitaal. Ik heb er dagen bij dat ik er niet aan denk. Door de medicijnen die ik gebruik ben ik wel wat meer vatbaar voor bijvoorbeeld corona. Ik moet toch wat voorzichtiger zijn. Maar als mensen me vragen hoe het gaat zeg ik: ik mag niet klagen. En dat is ook zo, ik voel me meestal goed, ik ben niet bang uitgevallen en geen piekeraar. Ik houd moed.”

Tekst: Mathieu Bosch. Foto: Wim Roefs